Acherontisuchus Status: Uitgestorven Fossiel voorkomen: Selandien-Thanetien (60-58 Ma) | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Paleomilieu van Acherontisuchus: zeer hete en natte tropische kustmoerassen omringd door bergen | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||
Acherontisuchus Hastings et al., 2011 | |||||||||||||||
Typesoort | |||||||||||||||
Acherontisuchus guajiraensis | |||||||||||||||
Gemeente Barrancas waar Acherontisuchus guajiraensis werd gevonden | |||||||||||||||
Paleogeografie van Zuid-Amerika (50 Ma) | |||||||||||||||
Acherontisuchus op Wikispecies | |||||||||||||||
|
Acherontisuchus[1][2] is een geslacht van uitgestorven Crocodylomorpha dat 60 miljoen jaar geleden (tijdens het Paleoceen) leefde in het gebied van het huidige Colombia. De typesoort en enige benoemde soort is Acherontisuchus guajiraensis.
De geslachtsnaam is een verwijzing naar Acheron (Ἀχέρων), de rivier van het leed uit de Griekse mythologie. 'Souchus' (Σοῦχος) is Oudgrieks voor 'krokodil'. De soortaanduiding guajiraensis verwijst naar het schiereiland La Guajira in het noordoosten van Colombia, waar de resten van het dier zijn gevonden.
Acherontisuchus is beschreven op basis van materiaal behorend tot tussen de één en vijf exemplaren, UF/IGM 34 tot 39, (waaronder twee gefragmenteerde onderkaken, fragmenten van de bovenkaak, fragmenten van vier tanden, twee ribben, een deel van de bovenkant een ruggengraat en deel van een onderste deel van een ruggengraat, gedeeltelijke valse ribben, een gedeeltelijk heupbeen, een bovenbeen en een middenvoetsbeen). In 2011 merkten Hastings et al. echter op dat deze zes exemplaren misschien maar één dier zouden kunnen zijn. Alle exemplaren werden gevonden in de Cerrejón-formatie in de gelijknamige mijn in het noorden van Colombia. Ze werden in 2011 beschreven door de Amerikanen Alexander K. Hastings, Jonathan Bloch en Carlos A. Jaramillo onder leiding van Alex Hastings in het Journal of Palaeontology.
Acherontisuchus werd tussen de 4,66 en 6,46 meter lang (redelijk groot voor een dyrosauride) en had een hoofd tussen de tweeënzeventig en zesentachtig centimeter lang (middellang voor een dyrosauride). Het dier leefde in kalm, ondiep zoet water in het tropische regenwoud van Colombia, net als zijn verre neef Cerrejonisuchus. Het dier leefde ook samen met 's werelds grootste bekende slang (Titanoboa). Hastings schreef: De jongere individuen waren beslist niet veilig voor Titanoboa, maar de grootsten van de soort waren waarschijnlijk iets te groot voor de dertien meter lange slang. De snuit van Acherontisuchus was lang, smal en bezaaid met kleine tanden waarmee hij vermoedelijk vis at. De lange snuit is een algemeen kenmerk bij de verwanten van Acherontisuchus, maar Acherontisuchus is onder zijn verwanten het eerste benoemde geslacht dat niet aan de kust, maar in eerder zoet water voorkwam.
De nauwste verwanten van Acherontisuchus waren Hyposaurus uit Noord-Amerika en Congosaurus uit Afrika.
Acherontisuchus is nauw verwant aan Dyrosauridae uit Afrika en Noord- en Zuid-Amerika. De fylogenetische analyse bij de eerste beschrijving plaatste het geslacht in dezelfde clade der Dyrosauridae die ook Hyposaurus, Congosaurus, Atlantosuchus, Rhabdognathus en Guarinisuchus omvat. Acherontisuchus heeft meerdere primitieve eigenschappen die hem onderscheiden van andere leden van de clade, onder andere een brede verbinding tussen de twee helften van de onderkaak.
Neosuchia |
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuur
Noten