Aphaurosuchus Status: Uitgestorven Fossiel voorkomen: Laat-Krijt | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||||
Aphaurosuchus Darlim, Montefeltro & Langer, 2021 | |||||||||||||||||||
Typesoort | |||||||||||||||||||
Aphaurosuchus escharafacies | |||||||||||||||||||
Aphaurosuchus op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
Aphaurosuchus is een geslacht van uitgestorven baurusuchide Mesoeucrocodylia, bekend uit het Bauru-bekken uit het Laat-Krijt van São Paulo, Zuid-Brazilië. Het bevat als enige soort Aphaurosuchus echarafacies.
In 2012 leidde het Laboratório de Paleontologia een expeditie naar de gemeente Jales, in de staat São Paulo om opgravingen te doen op de Fazenda Furnas-vindplaats die tijdens eerdere opgravingen baurusuchide resten had opgeleverd. Deze vindplaats, behorende tot de Adamantina-formatie/Vale do Rio do Peixe-formatie, bevatte een bijna compleet baurusuchide skelet, exemplaar LPRP/USP 0697, opgedeeld in zes hoofdblokken. Het eerste blok bevat de schedel, alle halswervels met bijbehorende osteodermen en de eerste vier borstwervels, beide schouderbladen en de daarmee verbonden ravenbeksbeenderen. Het tweede blok bestaat uit het grootste deel van het postcraniale skelet van de achtste borstwervel tot de negende staartwervel met de bijbehorende dubbele rij parasagittale osteodermen, de achterste borstribben, buikribben, rechtervoorpoot, bekkengordel en het grootste deel van de achterpoten. Het opperarmbeen is oorspronkelijk bewaard gebleven, maar is tijdens de opgravingen verloren gegaan. De linkerhand en linkervoet worden bewaard in individuele blokken en twee segmenten van staartwervels zijn ook bewaard als blokken. De plaatsing ten opzichte van elkaar is echter onduidelijk vanwege de slechte conservering van de voorste wervels van het meer achterwaarts gelegen blok met staartwervels. Er zijn ook twee losse staartwervels met osteodermen ontdekt, evenals ribfragmenten met een onzekere plaatsing.
De typesoort Aphaurosuchus escharafacies werd in 2020 benoemd door Darlim, Montefeltro & Langer. De geslachtsnaam is samengesteld uit de Griekse woorden ἀφαυρός (aphauros), wat 'zwak' of 'machteloos' betekent in verwijzing naar de zwakke bijtkracht bepaald door Montefeltro et alii (2020), en σοῦχος (souchos) voor krokodil. Tijdens de opgraving liet een rotszaag een snede achter in het linkerjukbeen en dentarium van het exemplaar, waardoor het de bijnaam 'Scarface' kreeg, wat de basis is van de soortaanduiding. Eschara (ἐσχάρα) betekent 'litteken' in het Grieks en het Latijnse facies betekent 'gezicht'.
De schedel van Aphaurosuchus is goed bewaard gebleven en toont de botten waaruit het laterale, dorsale en ventrale oppervlak bestaat. Er is echter enige schade in het gebied waar de premaxillae aansluiten op de gepaarde neusbeenderen, waardoor de exacte anatomie van de neusgaten moeilijk te bepalen is. De schedel is hoog en overdwars afgeplat met een snuit die minder dan vijfenvijftig procent van de basale schedellengte uitmaakt. De compressie is het meest extreem net achter de laatste maxillaire tanden, voordat de snuit overdwars verbreedt. Het bovenste oppervlak is sterk geornamenteerd, vooral rond het gebied waar het bovenkaaksbeen contact maakt met het neusbeen. Net als andere baurusuchiden heeft Aphaurosuchus een prominente, halfronde inkeping tussen de maxillae en premaxillae die ruimte maakt voor de lagere caniniforme tanden. Een andere overeenkomst is dat dit taxon een sterk verminderd aantal tanden heeft met vier tanden in elke premaxilla gevolgd door vijf maxillaire tanden aan elke kant. De grootste maxillaire tand strekt zich bijna uit tot de onderrand van het dentarium. Het aantal tanden van het dentarium is op vergelijkbare wijze gereduceerd, met tien tanden op elk dentarium, waarvan de grootste de bovengenoemde caniniform is die in de vierde dentaire tandkas zit. Met name Aphaurosuchus behoudt een ingekeepte grens tussen het quadratum-quadratojugale contact, waarvan eerder werd aangenomen dat het een synapomorfie was van pissarrachampsine baurusuchiden.
De plaatsing van Aphaurosuchus binnen Baurusuchidae werd bepaald met behulp van een uitgebreide versie van de matrix door Godoy et alii, (2014). De enige Most Parsimonious Tree (MPT) die hieruit voortvloeide, is hieronder te zien.
Notosuchia |
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aphaurosuchus werd gevonden als het meest basale lid van Baurusuchinae, waarbij Aplestosuchus en Stratiotosuchus opeenvolgende zustertaxa waren van een monofyletische Baurusuchus. De ontdekking van dit taxon leidde tot enkele herzieningen van de definitie van de twee belangrijkste baurusuchide claden, aangezien Aphaurosuchus kenmerken vertoont waarvan eerder werd aangenomen dat ze synapomorfieën van Pissarrachampsinae waren. Er werden echter nieuwe synapomorfieën geïdentificeerd voor zowel baurusuchines als pissarrachampsines. Over het algemeen toont Aphaurosuchus op één na alle baurusuchine synapomorfieën en twee van de drie eerder beschreven pisarrachampsine synapomorfieën (sensu Montefeltro et alii, 2011). Dit wordt weerspiegeld door de fylogenetische boom die het vindt als zijnde dicht bij de dichotomie van de twee claden. Deze unieke combinatie van kenmerken kan worden gezien als een variabiliteitszone, waarin plesiomorfieën blijven behouden over de soortvorming heen en niet moeten worden gezien als homoplasieën.