Benjamin Frankel

Benjamin Frankel (Londen, 31 januari 1906 – aldaar, 12 februari 1973) was een Brits componist, die pas na zijn leven waardering kreeg van het wat grotere publiek.

Frankel is van Pools-Joodse komaf en zou eigenlijk helemaal niet voor de muziek klaargestoomd worden. Alhoewel hij als jongen talent leek te hebben voor piano en viool vonden zijn ouders het onverstandig om muziek te gaan studeren, toch stimuleerden zij hun zoon wel in de muziek. In eerste instantie werd Frankel opgeleid tot horlogemaker, een vak dat hij uiteindelijk slechts een jaar beoefende. Gedurende die tijd kwam zijn muzikale talent onder de aandacht van de Amerikaanse pianist Victor Benham, die hem onder zijn hoede nam, ook tijdens zijn verblijf in Duitsland. Benham rekende geen kosten en dankzij de nog gunstige wisselkoers kon Frankel nog leven van een kleine bijdrage van zijn ouders. Het Britse pond zou later een enorme devaluatie ondergaan (vandaar Genesis' album Selling England by the Pound). Frankel keerde terug naar Engeland en verdiende de kost als jazzpianist en –violist/arrangeur. Hij ging studeren aan de Guildhall School of Music bij Orlando Morgan. Gedurende lange tijd kon hij zijn studie en het nachtleven combineren. Zijn eerste serieuze compositie was Drie pianostudies opus 1 uit 1926. Toch ging hij ook verder in de amusementsmuziek en was hij een veelgevraagd arrangeur voor West Endshows, waaronder die van Noël Coward.

Een eerste uitvoering van zijn serieuze werk vond plaats in 1933, weliswaar nog in zijn eigen studio. Rond die tijd verscheen ook zijn eerste Joods georiënteerd werk, de Elegie Juivre (Joods klaaglied), zonder dat Frankel als typisch Joods componist te boek wilde staan. Hij zou zich er daardoor te beperkt gaan voelen in zijn muzikale uitingen, toch kwam er nog een Sonata Ebraica. Dat Frankel zich niet geheel thuis voelde in het Joodse geloof bleek uit het feit dat hij iemand "buiten het geloof" trouwde; zijn vader en broer spraken daarna nooit meer met hem. Vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog sloot hij zich aan bij de Communistische Partij en werd in 1941 lid (in 1952 zegde hij zijn lidmaatschap op vanwege de Schijnprocessen van Moskou. Een eerste algemene erkenning kwam er met zijn vioolconcert uit 1951, maar dat werk verwees wel weer terug naar de Joodse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, het is opgedragen aan de Zes Miljoen. Zijn werken geschreven voor dat vioolconcert bleven echter relatief onbekend.

Ondertussen had Frankel zich ook ingespannen op het gebied van een toen nieuw medium, de filmmuziek. Hij leverde meer dan 100 bijdragen aan de Britse filmindustrie met muziek van bijvoorbeeld The Seventh Veil (1945), So Long at the Fair (1950) met als hoogtepunt muziek voor Battle of the Bulge (1965). Frankel was toen al naar Zwitserland vertrokken, want hij wilde zich gaan wijden aan de symfonie. In 1958 kwam dan ook de eerste van zijn hand; pas dan waagde Frankel zich ook aan de dodecafonie, nog zo’n serieuze tak binnen de klassieke muziek. Dit resulteerde uiteindelijk in een serie van acht symfonieën, die een combinatie lieten horen van Gustav Mahler, Jean Sibelius en Arnold Schönberg. In 1959 kreeg Frankel een hartinfarct en zijn gezondheid was tanende; zijn zesde symfonie is geheel in het ziekenhuis gecomponeerd. Hij stierf aan hartfalen in 1973, net op het moment dat hij zijn eerste opera op manuscript had staan.

Daarna werd het stil rond Frankels muziek; hij verdween van de lessenaar en kwam pas terug toen in 1996 hij benoemd werd als "Componist van de week" in een BBC Radio 3-programma. Interesse voor zijn muziek kwam uit onverwachte hoek, toen de Australian Broadcasting Corporation besloot Australische symfonieorkesten te ondersteunen en werken van Frankel op te nemen. Het platenlabel CPO wijdde een serie compact discs aan Frankes muziek.

Leerlingen van Frankel waren Buxton Orr, Stewart Hylton Edwards en Edwin Carr.

Opus Jaar voltooiing Volledige titel Genre
opus 1 1926 Drie miniaturen/pianostudies kamermuziek
opus 2 Drie schetsen voor strijkkwartet strijkkwartet
opus 3 1944? Strijktrio nr. 1 kamermuziek
opus 4 Passacaglia voor piano vierhandig kamermuziek (niet uitgegeven)
opus 5 The compact ballet (zoekgeraakt)
opus 6 Sonate voor viool en piano kamermuziek
opus 7 Sonate voor altviool kamermuziek
opus 8 Sonate Ebraica kamermuziek
opus 9 Pezzo sinfonico
opus 10 1940 Klarinettrio kamermuziek
opus 11 1941 Solemn Speech and Discussion
opus 12 1942 Youth music orkest
opus 13 1942 Sonate voor viool kamermuziek
opus 14 1944/1945 Strijkkwartet nr. 1 strijkkwartet
opus 15 1944 Strijkkwartet nr. 2 strijkkwartet
opus 16 1946 Novelette voor piano en viool kamermuziek
opus 17 1947 The aftermath vokaal werk
opus 18 1947 Strijkkwartet nr. 3 strijkkwartet
opus 19 1947 Sonata leggiera voor piano kamermuziek
opus 20 1948 Early morning music
voor hobo, klarinet, fagot
kamermuziek
opus 21 1948 Strijkkwartet nr. 4 strijkkwartet
opus 22 1948 May Day orkest
opus 23 1951 Drie gedichten voor cello en piano kamermuziek
opus 24 1951 Vioolconcert concert
opus 25 1952 Mephistopheles’ serenade en dans orkest
opus 26 1953 Pianokwartet kamermuziek
opus 27 1953 Concertante lyrico concert
opus 28 1956 Klarinetkwintet kamermuziek
opus 29 1954 Shakespearre-ouverture
opus 30 Preambles and progressions voor piano kamermuziek (niet uitgegeven)
opus 31 1957 Inventions in Major/minor modes voor cello en piano kamermuziek
opus 32 1959 Acht liederen vokaal werk
opus 33 1958 Symfonie nr. 1 orkest
opus 34 1959 Strijktrio nr. 2 kamermuziek
opus 35 1959 Cinque pezzi notturni voor elf muziekinstrumenten kamermuziek
opus 36 1960 Messa Stromentale kamerorkest
opus 37 1960 Serenata concertante voor piano en orkest concert
opus 38 1962 Symfonie nr. 2 orkest
opus 39 1962 Sonate nr. 2 voor viool kamermuziek
opus 40 1964 Symfonie nr. 3 orkest
opus 41 1964 Pezzi pianissimi voor piano kamermuziek
opus 42 1965 Catalogue of incidents kamerorkest
opus 43 1965 Strijkkwartet nr. 5 strijkkwartet
opus 44 1966 Symfonie nr. 4 orkest
opus 45 1967 Altvioolconcert concert
opus 46 1967 Symfonie nr. 5 orkest
opus 47 Partita Giovanesca voor viool en piano kamermuziek (onvoltooid)
opus 48 1968 Konzert für Jugendpublikum orkest
opus 49 1969 Symfonie nr. 6 orkest
opus 50 1970 Symfonie nr. 7 orkest
opus 51 1970 Overture to a ceremony orkest
opus 52 1973 Marching song opera
opus 53 1971 Symfonie nr. 8 orkest
Toulon vokaal werk voor gemengd koor
Elegie Juivre voor cello en piano kamermuziek
1934? Symphony for Dance Orchestra orkest
1946 Pantuvarali Fantasy (based on Indian scale)
1951 Music for an Atomic Exhibit
onbekend Dramatic Episode
onbekend Serene Morning

Daarnaast nog tal van ongepubliceerde werken.