Bisticeratops froeseorum is een plantenetende ornithischische dinosauriër, behorende tot de Ceratopia, die tijdens het late Krijt leefde in het gebied van het huidige Noord-Amerika.
In 1975 werd bij de Alamo Mesa in de Bisti/De-Na-Zin Wilderness het skelet gevonden van een grote ceratopide. Dat werd toegewezen aan Pentaceratops. Bij het preparatieproces verdween tijdens een transport de rechterwenkbrauwhoorn.
In 2022 werd de typesoort Bisticeratops froeseorum benoemd en beschreven door Sebastian Dalman, Stephen Jasinski en Spencer Lucas. De geslachtsnaam verbindt een verwijzing naar het reservaat met het bij Ceratopia gebruikelijke achtervoegsel ceratops, "hoorngezicht". De soortaanduiding eert Edgar Froese en Jerome Froese van de band Tangerine Dream.
Het holotype, NMMNH P-50000, is gevonden in een laag van de Farmingtonafzetting van de Kirtlandformatie die dateert uit het late Campanien en vierenzeventig miljoen jaar oud is en daarmee twee miljoen jaar jonger dan Pentaceratops. Het bestaat uit een schedel waarvan de achterrand van het schild en veel botten van de linkerzijde ontbreken.
Het holotype heeft een bewaarde lengte van 175 centimeter. De oorspronkelijke lengte zal rond de twee meter hebben gelegen wat duidt op een lichaamslengte van ruim vijf meter.
De beschrijvers stelden zestien onderscheidende kenmerken vast. Het zijn autapomorfieën, unieke afgeleide eigenschappen. Het bovenprofiel van de snuit is tredevormig in zijaanzicht, welke trede bij Pentaceratops ontbreekt. De praemaxilla heeft een diep ingesneden trog tussen het driehoekig uitsteeksel en de achterste onderste tak. De achterste onderste tak van de praemaxilla is goed ontwikkeld en heeft een sterk uitstekende richel op de buitenzijde. De achterste onderste tak van de praemaxilla eindigt in een punt met twee uitsteeksels gescheiden door een diepe inkeping waarbij de bovenste tand van deze vork smal en penvormig is en de onderste overdwars breed en plaatvormig. De beenbalk die de voorrand van het neusgat vormt heeft slechts een kleine richel op de achterrand. Het neusgat is naar achteren verbreed over de maxillaire tandrij. Het bovenkaaksbeen heeft twee korte voorste takken gescheiden door een diepe inkeping. Het bovenkaaksbeen heeft een sterk verkleinde achterste tak. De onderzijde van de achterste tak van het bovenkaaksbeen heeft geen holtevormige trog op de buitenzijde. De buitenzijde van het bovenkaaksbeen heeft twee lage langwerpige evenwijdige richels langs de onderrand van de fenestra antorbitalis. Het bovenkaaksbeen heeft twee kleine fenestrae antorbitales. De bovenste voorrand van het bovenkaaksbeen bevat een enkel bijkomend foramen. De buitenste onderzijde van het bovenkaaksbeen is sterk ingesnoerd en wordt doorboord door grote extra structuren die lijken op foramina mentalia. De voorste tak van het bovenkaaksbeen richting praemaxilla is kort, maar iets uitstekend voor het voorste uiteinde van de tandrij. Het palpebrale is kort met een matige ornamentering. De wenkbrauwhoorn is sterk naar voren gekromd.
De verloren gegane wenkbrauwhoorn had een lengte van zevenenzestig centimeter en was vrij slank, tot over de neushoorn naar voren krommend. Van het nekschild is weinig bekend maar het eerste episquamosale op de voorhoek is lang maar laat een grote inkeping over tussen schild en quadratum.
Bisticeratops staat vrij afgeleid in de Chasmosaurinae. Hij werd als zustertaxon gevonden van de zogenaamde Almond Formation chasmosaurine, een nog onbenoemde vorm.
Het volgende kladogram toont de positie van Bisticeratops in de evolutionaire stamboom volgens het beschrijvende artikel.
Ceratopidae |
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||