Bitter barbarakruid | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Barbarea intermedia Boreau (1840) | |||||||||||||||||||
habitus | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Bitter barbarakruid op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
Bitter barbarakruid (Barbarea intermedia) is een tweejarige plant uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae), die voorkomt op voedselrijke bodems in West-Europa.
Barbarea is vernoemd naar Sint-Barbara, beschermster tegen brand en bliksem en tegen een plotselinge dood. De soortaanduiding intermedia is afgeleid van het Latijnse intermedius (in het midden).
Bitter barbarakruid is een hemikryptofyt, een tweejarige kruidachtige plant met een meestal vertakte, kantige, onbehaarde tot licht behaarde stengel die tot 30 (zelden 75) cm hoog wordt. De plant draagt aan de voet een wortelrozet met veerdelige bladeren met drie tot zeven paar zijslippen en een wig- tot lancetvormige eindslip. De verspreid staande stengelbladeren zijn korter, met 1 tot 3 paar zijslippen. De bladvoet draagt gewimperde oortjes.
De bloeiwijze is een kleine bloemtros met kelkvormige, viertallige bloemen. De kelkblaadjes zijn onbehaard. De vrijstaande kroonblaadjes zijn lichtgeel en 4 tot 7 mm lang.
De vrucht is een rechtopstaande peul, 1 tot 3 cm lang, met een dikke stompe snavel.
De plant bloeit van april tot juni, soms tot augustus.
Bitter barbarakruid komt vooral voor op open, grazige plaatsen op voedselrijke, stikstofrijke, dikwijls iets venige bodem, zoals in wegbermen, ruigtes en akkers.
De plant komt voornamelijk voor in West-, Midden- en Zuid-Europa, van Noord-Frankrijk tot Portugal en in het oosten tot de Balkan.
De plant is vrij zeldzaam in België en Nederland.
Het bitter barbarakruid onderscheidt zich van de zustersoort gewoon barbarakruid (Barbarea vulgaris) door de veerdelige stengelbladeren (die van het gewoon barbarakruid zijn ongedeeld), en van het stijf barbarakruid (Barbarea stricta) door de onbehaarde kelkblaadjes.