Bond van Vrije Liberalen | ||||
---|---|---|---|---|
Geschiedenis | ||||
Opgericht | 23 juni 1906 (als politieke partij) | |||
Opheffing | 16 april 1921 | |||
Fusie van | Vrije Liberalen | |||
Opgegaan in | De Vrijheidsbond | |||
Algemene gegevens | ||||
Actief in | Nederland | |||
Ideologie | Klassiek liberalisme Nachtwakersstaat[1] | |||
|
De Bond van Vrije Liberalen was een op 23 juni 1906 opgerichte Nederlandse politieke partij die daarmee een groep van klassiek-liberalen verenigde (ook wel oud-liberalen genoemd).
De Oud- of Vrij-Liberalen waren al sinds 1880-1889 een stroming in de heterogene liberale kamerfractie. Ze vielen vooral op door hun verzet tegen de kiesrechtuitbreiding. Zij veroorzaakten mede de val van het kabinet-Van Tienhoven, waarna zijzelf in het kabinet-Röell Nederland regeerden. In het daaropvolgende kabinet-Pierson was hun aanvoerder Willem Hendrik de Beaufort minister van buitenlandse zaken.
Na de periode-Kuyper wonnen de liberalen in 1905 de verkiezingen. Ze behaalden echter 48 zetels, en waren voor een meerderheid aangewezen op de steun van de zeven socialisten. Op die basis wilden de oud-liberalen niet regeren, en De Meester vormde een liberaal minderheidskabinet zonder steun van De Beaufort en de zijnen. Dezen richtten een jaar later officieel een eigen partij op.
Op 16 april 1921 ging de Bond van Vrije Liberalen samen met onder meer de Economische Bond en Liberale Unie op in de Liberale Staatspartij "De Vrijheidsbond".
(in deze periode was de term Kamerclub gangbaarder dan fractie)
Verkiezingsjaar | Aantal zetels | Coalitie/Oppositie |
---|---|---|
1905 | 9/100 | Oppositie |
1909 | 4/100 | Oppositie |
1913 | 10/100 | Oppositie |
1917 | 10/100 | Oppositie |
Verkiezingsjaar | Aantal zetels | Coalitie/Oppositie |
---|---|---|
1918 | 4/100 | Oppositie |