De brakel of braekel[1] is een Belgisch hoenderras dat tot de pelhoenders behoort. Het is een weinig voorkomend ras dat voornamelijk door liefhebbers en fokkers in stand wordt gehouden. Er bestaat ook een krielvariant.
De brakel is een van de oudste Belgische kippenrassen. De geschiedenis gaat terug tot 1416; uit dat jaar dateert een document waarin de brakel wordt vermeld als succesvol ras uit de omgeving van Brakel in België. Vroeger liepen de brakels veelal rond op boerderijen in de omstreken van Nederbrakel en Oudenaarde.
Omstreeks 1850 werden er verschillende typen erkend:
Na verloop van tijd bestond het grootste aandeel echter uit het Vlaamse en het Kempense hoen.
Ten gevolge van kruisingen tussen de verschillende typen verdween de diversificatie en dit resulteerde in één rastype. In 1926 werd dit hoen nog Kempense brakel genoemd, in 1962 veranderde de Landsbond de naam in brakel.[1] Door de invoer van de commerciële leghybriden na de Tweede Wereldoorlog werd de brakel verdrongen. Dit had tot gevolg dat er in 1969 nog slechts gekende vijf dieren over waren. De Speciaalclub voor het Brakelhoen bracht in 1971 twee zilverbrakelhennen, één zilverbrakelhaan en 12 eieren samen; een goudbrakelhaan werd ook nog teruggevonden. Vertrekkende vanuit deze dieren werd het ras heropgebouwd en opnieuw gekoesterd door liefhebbers.[2] In 2012 werd aan de Brusselsestraat in Brakel een monument opgericht ter ere van het brakelhoen.[3]
De brakeltekening is uniek in zijn soort. De 'bandpelling', een variant op de peltekening, bestaat uit brede zwarte banden die afgewisseld worden met smalle zilveren of gouden bandjes. Ze lopen langs beide zijden van de veerschacht in elkaar over. Verder: