Breed fakkelgras

Breed fakkelgras
Afbeelding B is Breed fakkelgras
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:Eenzaadlobbigen
Clade:Commeliniden
Orde:Poales
Familie:Poaceae (Grassenfamilie)
Onderfamilie:Pooideae
Geslachtengroep:Aveneae
Geslacht:Koeleria (Fakkelgras)
Soort
Koeleria pyramidata
(Lam.) P.Beauv. (1812)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Breed fakkelgras op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Breed fakkelgras (Koeleria pyramidata) is een vaste plant uit de grassenfamilie. De plant komt van nature voor in Noord- en Oost-Europa. De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeer zeldzaam en matig in aantal afgenomen. De plant komt in Nederland voor in Zuid-Limburg. Het aantal chromosomen is 2n = 14, 56, 70 of 84.[1]

De plant wordt 60–120 cm hoog en vormt dichte harde zoden met weinig opstaande, harde stengels. De 40–90 cm lange stengel is bij de bovenste bladschede tot 1,2 mm dik en heeft 2-3 kort behaarde knopen. De 5–20 cm lange en tot 5 mm brede bladeren hebben langs de rand en vaak ook op de bovenkant lange haren. Het tongetje is 0,5-1 mm lang. De 8-16 cm lange pluim is smal en piramidevormig. Elk aartje heeft drie bloemen en is 6-8 mm lang. De kelkkafjes en kroonkafjes zijn toegespitst en borstelig behaard.

Breed fakkelgras bloeit van juni tot juli met een 8 tot 16 cm lange pluim. De witgroene of lichtbruine, glanzende aartjes zijn 5–7 mm lang en bestaan meestal uit drie bloemen. De kelkkafjes zijn tweenervig. Het bovenste kelkkafje is 6 mm en het onderste 4,8 mm lang. De kroonkafjes zijn drienervig. Het bovenste kroonkafje (palea) is 5,2 mm lang. De 2–2,5 mm lange helmknoppen zijn vuilviolet. De kafjes zijn borstelig behaard. De vrucht is een graanvrucht.

Breed fakkelgras staat op zonnige tot iets beschaduwde, warme, matig droge tot matig vochtige, matig voedsel- en stikstofarme, weinig of niet bemeste, zwak basische tot kalkhoudende grond. Ze groeit in borstelgrasland, op heiden, in weilanden en kalkgraslanden, in bermen en zomen van bossen en struwelen. De soort heeft een zeer verbrokkeld areaal in Oost- en Midden-Europa en reikt in het noordwesten nog net tot in Zuid-Limburg. In Nederland is de verspreiding van breed fakkelgras beperkt tot de droge kalkgraslanden op mergelgrond in het zuiden van het land en staat vooral daar waar gevinde kortsteel niet overheerst. Aanvankelijk werd de soort vooral in het oostelijke deel van Zuid-Limburg gevonden maar is later ook in het westelijke deel opgedoken. De soort is achteruitgegaan door het afnemen van zowel de kwaliteit als kwantiteit van deze kalkgraslanden.[2]

Het breed fakkelgras is een kensoort voor de klasse van kalkgraslanden (Festuco-Brometea).

[bewerken | brontekst bewerken]

Namen in andere talen

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Duits: Grosze Kammschmiele, Grosses schillergras
  • Engels: Crested hair-grass, Junegrass, Koeler grass, Prairie junegrass
  • Frans: Koelérie pyramidale
Zie de categorie Koeleria pyramidata van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.