Camuropiscidae Fossiel voorkomen: Laat-Devoon | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Vanaf boven Camuropiscis laidlawi, C. concinnus, Fallacosteus, Rolfosteus, Tubonasus, Latocamurus en Simosteus | |||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||
| |||||||||||
Familie | |||||||||||
Camuropiscidae Dennis & Miles, 1979 | |||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||
Camuropiscidae op Wikispecies | |||||||||||
|
Camuropiscidae is een familie van kleine pantservissen uit de orde Arthrodira die in het Laat-Devoon in de zeeën rond Australië leefden.
Fossielen van soorten uit de Camuropiscidae zijn alleen gevonden in de Gogo-formatie in West-Australië, die dateert uit het Frasnien (365-380 miljoen jaar geleden).
De soorten uit de Camuropiscidae waren vijftien tot dertig centimeter lange, snel zwemmende haaiachtige roofvissen. Ze hadden een gestroomlijnd lichaam en door de benige punt op de snuit had het kopschild van deze pantservissen een torpedoachtige vorm. Alleen Simosteus had een stompe snuit. De camuropisciden hadden grote ogen. De tandplaten waren geschikt om te kraken en vermoedelijk joegen ze op garnaalachtigen en andere schaaldieren.
Camuropiscidae is een lid van de superfamilie Incisoscutoidea, die behoort tot de clade Coccosteomorphi, een van de twee grote clades binnen Eubrachythoraci. Het onderstaande cladogram laat de fylogenie van Camuropiscidae zien:
Eubrachythoraci |
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tot de Camuropiscidae behoren zeven soorten: