Met cantus (Latijn voor zang, meervoud: cantussen of cantūs, participium perfecti passivi van canere/cano wat ‘zingen’ of ‘muziek maken’ betekent. Cantus is dus letterlijk ‘zang’).[1] wordt gedoeld op een studentikoos zang- en drankfestijn, vaak in verenigingsverband. Een cantor is hier een voorzanger. Het hoofddoel van een cantus is verbroedering, kennismaking met medestudenten aan de hand van samenzang, en gezamenlijke alcoholconsumptie met een stiefel (laarsvormig bierglas) aan een cantusbank.
De precieze inhoud van een cantus verschilt erg per vereniging en gelegenheid, maar veel elementen zijn gelijk. Dit is het geval, omdat de regels omtrent cantussen voor een groot deel zijn vastgelegd in de clubcodex van het KVHV.[2]
Bij een cantus zitten de deelnemers meestal aan langwerpige tafels. Deze tafels worden samen de corona genoemd. De cantus wordt voorgezeten door het zogenaamde presidium (in studentenverenigingen vaak geschreven als praesidium), waarvan de leden aan de voortafel zitten. Het presidium bestaat uit een senior (meestal de preses) en soms een (pro)cantor, de quaestor of ab actis. De senior zit de cantus voor en leidt meestal de cantus; hij staat tevens boven de cantusregels. Hij/zij bepaalt, doorgaans in samenspraak met de cantor, ook welke liederen er gezongen worden. Op het moment dat het presidium de cantusruimte betreedt om de cantus te beginnen, wordt meestal het Io Vivat gezongen. De cantus wordt normaliter beëindigd met het zingen van de Oude Rolderklacht, een vertaling van het Duitse studentenlied O, alte Burschenherrlichkeit.[3]
Tijdens een cantus gelden er een hoop regels. Zo moeten deelnemers luisteren naar commando's van de senior. Deze commando's bestaan meestal uit Latijnse woorden, zoals bijvoorbeeld "silentium" voor stilte, "surgite" om de corona te laten staan of "cantus ex" om aan te duiden dat de cantus voorbij is.[3]
In Vlaanderen zingen nog veel studentenverenigingen liederen die met de Nederlandse vrijheidsstrijd en de Tachtigjarige Oorlog te maken hebben (het Belgische deel van de lage landen nam namelijk ook deel aan de Opstand tegen Spanje). Ook het Wilhelmus en Een liedje van Koppestok, den veerman worden op Vlaamse cantus gehoord.
Een regelmatig terugkerende gebeurtenis op een cantus is de zogenaamde ad fundum. Dit is het in één teug leegdrinken van een glas. Bij een correcte ad fundum moet er vaak ook nog achtereenvolgens worden geproost op de senior (voorzitter), de proseniores (oud-voorzitters) en de corona (alle overige aanwezigen naast het presidium en de schachten) met de woorden prosit senior, prosit prosenior(es), prosit corona, ad fundum.
Er wordt gezongen met behulp van een zogenaamde studentencodex, die bestaat uit een clubcodex en een liederenboek. De liederen gaan over verschillende onderwerpen (van religieuze liederen tot traditionele en drinkliederen). De leden van de corona kunnen naar believen bier drinken, gezeten aan een tafel. Een cantus kan gepaard gaan met heel wat ceremonieel en oog voor traditie. Het is een belangrijke gebeurtenis in heel wat studentenclubs, omdat hier de schachten (eerstejaars) worden opgeleid tot volwaardige leden (commilitones), er afscheid wordt genomen van de laatstejaars (zwanenzang) of het bestuur gekozen of gewisseld wordt. Naast deze speciale cantussen zijn er uiteraard ook gewone cantussen het hele jaar door.
Een van de ceremonies is een Salamander, een heildronk met een geijkte formule op de gezondheid van iemand of iets. De salamander wordt door de preses ingezet met: Ad exercitium, sanctissimi salamandris, omnes commilitones qui adsunt, surgite!. De corona antwoordt met: Surgimus!. De corona gaat staan wanneer de preses levate pocula verkondigt, de corona antwoordt levamus. Hierna begint de preses een ritmische monoloog naar eigen inspiratie, waarbij de corona na iedere zin zijn goedkeuring (of afkeer) laat blijken. De preses kan het woord eventueel doorgeven aan anderen in de corona. Op het einde geeft hij het commando ad fundum of ad libidum te drinken.[4][5][6]
Tegenwoordig dragen de meeste commilitones een kiel tijdens de cantus. Dat is een labojas waar iedereen allerhande dingen kan opschrijven en die van verschillende versieringen wordt voorzien. Bij veel studentenverenigingen staat er op de achterkant ook nog het wapenschild of het logo van de studentenverenigingen.
Sedert 1994 vindt jaarlijks een massacantus plaats in Gent. Deze cantus is met muzikale begeleiding en er nemen meer dan tweeduizend personen deel. Ze wordt georganiseerd door drie konventen: het Senioren Konvent, het FaculteitenKonvent en het Home Konvent. Na jaren op het Sint-Pietersplein te hebben plaatsgevonden moest de massacantus ten gevolge van de komst van de Gentse kerstmarkt ‘Winterdroom’ verhuizen naar Flanders Expo. Na de verplaatsing van Winterdroom in 2014 vond de Massacantus weer plaats op het Sint-Pietersplein, maar ditmaal met een nieuwe controverse in verband met het glasverbod. Vanaf 2015 vond de massacantus weer plaats in Flanders Expo. In tegenstelling tot het pilsbier op een gewone cantus, wordt er op de massacantus Rodenbach gedronken. In 2017 had deze cantus een maximaal bezoekersaantal van 2216 personen.[7]
Ook in andere Vlaamse steden wordt een cantus muzikaal ingekleed, zoals in Leuven, waar er elke drie jaar een beiaardcantus plaatsvindt. Dit gebeurt op het mgr. Ladeuzeplein, onder begeleiding van de beiaard in de bibliotheekstoren. Sinds 2011 vindt, na 7 jaar afwezigheid, ook in Gent weer een beiaardcantus plaats: dit gebeurt op het Sint-Baafsplein onder begeleiding van de beiaardier in Belfort van Gent en de preses en cantor van het FaculteitenKonvent Gent. Ook begeleidingen door een pianist, accordeonist of een studentenfanfare zijn hier geen vreemde fenomenen. Op de galacantus van het SK Ghendt is er soms ook muzikale begeleiding. Sinds 2018 vindt er in Brugge een jaarlijkse beiaardcantus plaats aan de voet van het belfort van Brugge. 'De kleinste beiaardcantus, maar wel de gezelligste'[8] van het land wordt begeleid door de Brugse stadsbeiaardier en sinds 2023 door adjunct-stadsbeiaardier Brecht Berteloot.
In Vlaanderen zijn er uiteenlopende tradities en gewoontes te vinden tijdens een cantus. Iedere studentenstad heeft zijn eigen couleur en gebruikt een andere codex.
In Nederland wordt een cantus soms aangeduid als liederentafel. Hoewel ook daar veel mores en tradities zijn, is het gebruik in de Noordelijke Nederlanden met minder plichtplegingen omringd.
Nederland kent enkele grote evenementen:
Het record van de grootste cantus van Nederland stond voorheen op naam van TOP Week. In 2018 telde het evenement bijna 5000 mensen, echter worden de aantallen niet officieel geregistreerd.
Het oude record staat op naam van de Leuvense studentenkoepel LOKO, waarbij 4.040 studenten een kaartje hadden gekocht voor de cantus.[12]
Het huidige record staat op naam van Eurekaweek. In 2021 organiseerde Eurekaweek in Ahoy Rotterdam een cantus voor ongeveer 4500 man,[13] maar ging daar overheen in 2023 met 6200 man.
Studenten uit Utrecht probeerden in 2019 het record te verbreken met 'Biercantus XXL'. Met maar liefst 8200 deelnemers moest het veld in het Johan Cruijff ArenA in Amsterdam gevuld worden. Echter is dit evenement helaas afgelast wegens te weinig animo.[14]
Het record van een niet-traditionele, ongebruikelijke, cantus staat op naam van INKOM. Hierbij zitten de deelnemers niet op cantusbanken, maar staan ze. In 2019 was het aantal aanwezigen bij de INKOM ruim 6000 man.
Het wereldrecord voor langste cantus staat nog steeds op naam van het Brussels Seniorenkonvent, toen de Brusselse studentenkringen onder leiding van toenmalig vice-praeses en pro-senior van Commin@ (en senior AVSG) Dieter Leemans het vorige record, op naam van het Antwerpse CASTRUM verbraken, met hun 50-urencantus in 2005.