Een rijke familie die reeds in de 11e eeuw een bevoorrechte positie innam in Bordeaux. Hoewel het snel uitstierf, bereikte het zijn hoogtepunt in het midden van de 11e eeuw
Peter IV van Bordeaux, heer van Puy-Paulin (c.1208-1274)
Peter-Amanieu van Bordeaux (c.1275-c.1344) , zoon van Peter IV en de eerste die officieel de titel Captal de Buch bekomt in december 1280. Omdat hij zonder erfgenamen bleeft ging de titel over op zijn neef.
Peter van Bordeaux, ook de Masip genoemd. Net als zijn oom, stierf hij zonder ergenaam, waardoor de titel naar zijn zus ging
Assalhide de Bordeaux (+1328). Zij huwt met Peter II de Grailly in 1307
De familie Grailly, oorspronkelijk afkomstig uit het Pays de Gex in het oude Bourgondië, bezat ook land in Savoye. Zij waren nog maar drie generaties in de Gascogne toen een huwelijk met de laatste erfgename van de familie van Bordeaux hen alle bezittingen van deze familie in het Buch-land opleverde.
Johan III de Grailly, uit het Boek van William Bruges met de eerste 25 leden van de Orde van de Kousenband (1430/1440)
Johan II de Grailly
Johan III de Grailly (1343-1377),vocht aan Engelse zijde in de Slag bij Poitiers (1356). Jean Froissart noemt hem in zijn kronieken van de Honderdjarige Oorlog een ideaal van ridderlijkheid. De captal speelde ook een rol in het neerslaan van de Jacquerie en de anarchie die in 1358 in Frankrijk heerste. Dat kon de captal doen omdat er een wapenstilstand tussen Frankrijk en Engeland was gesloten. De captal was toentertijd in Engelse dienst.[2]
Johan-Baptist Amanieu de Ruat, baron van Audenge, koninklijk raadsheer aan het hof van het Parlement van Bordeaux, kocht de titel van de laatste Foix-Grailly, op 23 augustus 1713.
Frans-Alain Amanieu de Ruat
Frans Amanieu de Ruat (1742-1803) wordt in 1793 enige tijd opgesloten, maar wordt bevrijd. Hij emigreert niet en verliest bij zijn dood zijn feodaal rechten. Hij slaagt er echter in zijn bezittingen te behouden.[3]