Cheiropleuria | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Cheiropleuria bicuspis, sporoforen | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Cheiropleuria C.Presl (1849) | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Cheiropleuria op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Cheiropleuria is een geslacht van vijf soorten varens uit de familie Dipteridaceae.
Het zijn varens van tropische streken in Zuidoost-Azië, die te vinden zijn op beschaduwde plaatsen op de grond of op rotsen.
De botanische naam Cheiropleuria is een samenstelling van Oudgrieks χείρ, cheir (hand) en πλευρά, pleura (zijde, rib).
Cheiropleuria-soorten zijn terrestrische of lithofytische varens met een kruipende, behaarde rizoom en verscheidene slanke, afgeplatte en gevleugelde bladstelen. De bladen zijn dimorf, de steriele bladen (trofoforen) breed, ongedeeld handlobbig met twee of zelden vier lobben, of ongelobd. De nerven vertakken zich herhaaldelijk dichotoom en vormen een opvallend netwerk.
De fertiele bladen of sporoforen zijn eveneens ongedeeld, maar lancetvormig, met drie hoofdnerven, aan de onderzijde dicht bedekt met sporendoosjes.
Het geslacht telt naargelang de auteur één (C. bicuspis) tot vijf soorten: