Chronisch bekkenpijnsyndroom (Engels: Chronic Pelvic Pain Syndrome, CPPS) is een vorm van niet-kwaadaardige chronische pijn die door mannen en vrouwen ervaren wordt in lichaamsdelen die verbonden zijn met het bekken.[1] Verschillende syndromen vallen onder het chronisch bekkenpijnsyndroom, zoals het prostaatpijnsyndroom, scrotale pijnsyndroom, urethrapijnsyndroom, blaaspijnsyndroom, vaginaal pijnsyndroom, vulvapijnsyndroom, seksueel pijn syndroom en myofasciaal pijnsyndroom.
In het verleden werd er bij CPPS veel aandacht besteed aan mogelijke ontstekingen of infecties. Inmiddels is aangetoond dat veel mechanismen voor CPPS zijn gebaseerd op het centrale zenuwstelsel. Een ontsteking of infectie kan wel het begin vormen van CPPS, maar de aandoening kan zichzelf voortzetten als gevolg van modulatie van het centrale zenuwstelsel, waarbij er geen sprake meer is van een duidelijk aanwijsbare fysiologische reden.
Naast pijn, kunnen ook sensorische, functionele, gedragsmatige en fysiologische verschijnselen optreden.
In een recente studie werd bij 14,8% van de vrouwen van 25 jaar en ouder CPPS geconstateerd.[2]
Bij chronische bekkenpijn kan er sprake zijn van de volgende symptomen:
Bekkenpijnsyndromen zijn symptomatische diagnoses, die gesteld worden op basis van een geschiedenis van pijn in de regio van het bekken voor ten minste 3 van de afgelopen 6 maanden. Hierbij is uitgesloten dat er sprake is van andere pathologie, zoals een bacteriële infectie, kanker, medicijngerelateerde klachten, neurologische ziekten of primair anatomische of functionele ziekten van de organen in het bekken.
Gezien de verscheidenheid en complexiteit van het syndroom, wordt CPPS vaak multidisciplinair behandeld. Hierbij kunnen verschillende medische specialisaties betrokken zijn, zoals urologie, gynaecologie, anesthesiologie, psychologie en bekkenfysiotherapie.
Er is geen gestandaardiseerde behandeling voor CPPS. Voor elke patiënt wordt een (multidisciplinair) behandelplan op maat gemaakt door de betrokken zorgverleners, afgestemd op de specifieke situatie en achtergrond van de patiënt. Bij de behandeling wordt ook aandacht geschonken aan de gevolgen van pijn en het ermee omgaan. Voorbeelden van aanknopingspunten voor behandeling kunnen zijn: