Co Westerik | ||||
---|---|---|---|---|
Co Westerik achter zijn ezel.
| ||||
Persoonsgegevens | ||||
Volledige naam | Jacobus Westerik | |||
Geboren | 02-03-1924 | |||
Overleden | Rotterdam, 10 september 2018 | |||
Geboorteland | Nederland | |||
Nationaliteit | Nederland | |||
Beroep(en) | kunstschilder | |||
Oriënterende gegevens | ||||
Bekende werken | Snijden aan gras, Koekje in de thee, De Visvrouw en Touwtjesspringers | |||
RKD-profiel | ||||
|
Jacobus (Co) Westerik (Den Haag, 2 maart 1924 – Rotterdam, 10 september 2018) was een Nederlands schilder. Hij kreeg zijn opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag.
Na zijn afstuderen in 1947 maakte Westerik het schilderij De Visvrouw, waarmee hij in 1951 de Jacob Marisprijs voor de schilderkunst won. In 1953 en 1954 werd hem de Koninklijke Subsidie voor de Schilderkunst verleend. Dit maakte een stroom van positieve en vooral ook negatieve publiciteit los in besprekingen in de dagbladen. Ondanks dat laatste werd zijn werk aangekocht door musea, waaronder het Kunstmuseum Den Haag, Stedelijk Museum Amsterdam en Museum Boijmans Van Beuningen Rotterdam, en particuliere verzamelaars.
Westerik maakte schilderijen, aquarellen, tekeningen, litho’s en etsen. Hij werkte dagelijks, de helft van het jaar in zijn atelier in Rotterdam en de zomermaanden in Zuid-Frankrijk.
Van 1958 tot 1971 was Westerik docent modeltekenen aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag. Met de Haagse kunstenaars Herman Berserik, Jan van Heel, Willem Hussem en Jaap Nanninga maakte Westerik deel uit van de groep Verve. Hij was klasgenoot van Cornelis Zitman, Henk Peeters en Toon Wegner met wie hij ook reisde.
Westerik kreeg uit zijn huwelijk met schilderes Hens de Jong drie dochters en uit zijn tweede huwelijk met galeriehoudster Fenna de Vries twee zonen. Zijn oudste dochter overleed in 1992.
Westerik zelf overleed op ruim 94-jarige leeftijd in 2018, na langere tijd ziek geweest te zijn.[1]
Westeriks werk maakte deel uit van vele grote internationale tentoonstellingen zoals de Biënnale van Venetië (1962 en 1982) en de Biënnales van Parijs (1959 en 1985) en de Biënnale van São Paulo (1965).
Een jaar na zijn overlijden organiseerde Sadie Coles in Londen een tentoonstelling aan zijn werk.[2]
Overzichtstentoonstellingen:
Galerie Fenna de Vries is de vaste galerie van het werk van Co Westerik.
Jan Wouter van Reijen maakte twee films over Westerik: De taal van Co Westerik in 1980 en Ik wil het niet zien, maar het moet in 2000, die op het Rotterdams Filmfestival in januari 2001 in première ging.
Westerik ontving driemaal de Jacob Marisprijs, in 1951 en '55 voor schilderkunst en in 1953 voor tekenen en daarnaast de Rembrandtprijs van de stad Leiden, de Staatsprijs voor Beeldende Kunst en Architectuur, de Culturele Prijs van Zuid-Holland, de Hendrik Chabot Prijs van het Anjerfonds Rotterdam en de Jeanne Oosting Prijs in 1979. In 1999 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en in 2005 tot erelid van Pulchri Studio, Den Haag.
Werk van Westerik is opgenomen in collecties van diverse musea, waaronder: