De gehele Codex Petropolitanus Purpureus bestaat uit 231 bladen (32 × 27 cm)[1]. De tekst is geschreven in twee kolommen per pagina, 16 regels per pagina[1]. Het kan worden berekend dat de oorspronkelijke codex bevatte 462 bladeren[2].
Het bevat nomina sacra (ΙΣ, ΘΣ, ΚΣ, ΥΣ, en ΣΩΤΗΡ)[3][4].
De Codex bevat teksten van de vier Evangeliën met lacunes.
182 bladen van de codex bevinden zich in de Petersburg in de Russische Nationale Bibliotheek (Gr. 537). De andere delen van de codex zijn opgeslagen:
33 bladen in de bibliotheek van het klooster van Saint John the Theologian op het eiland Patmos, Griekenland, Mark 6:53-7:4; 7:20-8:32; 9:1-10:43; 11:7-12:19; 14:25-15:23;
C. R. Gregory, "Textkritik des Neuen Testaments", Leipzig 1900, vol. 1, pp. 56–59.
Kurt Treu, „Die Griechischen Handschriften des Neuen Testaments in der UdSSR; eine systematische Auswertung des Texthandschriften in Leningrad, Moskau, Kiev, Odessa, Tbilisi und Erevan“, T & U 91 (Berlin, 1966), pp. 280–283.
↑ abcdeKurt und Barbara Aland, Der Text der Neuen Testaments. Einführung in die wissenschaftlichen Ausgaben sowie in Theorie und Praxis der modernen Textkritik. Deutsche Bibelgesellschaft, Stuttgart 1981, S. 122. ISBN 3-438-06011-6.