Conair Firecat | ||||
---|---|---|---|---|
Algemeen | ||||
Rol | Brandbestrijding - waterbommenwerper | |||
Bemanning | 1 | |||
Afmetingen | ||||
Lengte | 12,9 m | |||
Hoogte | 5,0 m | |||
Spanwijdte | 21,2 m | |||
Gewicht | ||||
Leeggewicht | 8310 kg | |||
Startgewicht | 10.620 kg | |||
Max. gewicht | 12.475 kg | |||
Krachtbron | ||||
Motor(en) | 2 × Wright 82 Turboprop | |||
Prestaties | ||||
Topsnelheid | 490 | |||
Actieradius | 1350 km | |||
Dienstplafond | 7000 m | |||
Bewapening | ||||
Bommen | 3500 liter bluswater of chemicaliën | |||
|
De Conair Firecat is een totaal herziene en inwendig verbouwde marine Grumman Tracker die door de Canadese firma Conair werd aangepast voor brandbestrijding. Hiervoor werd in de ruimte die bij de marineversie in beslag werd genomen door torpedo's en apparatuur voor onderzeebootdetectie een tank aangebracht die bluswater of brandvertragende chemicaliën bevat.
Met twee vrij hoog geplaatste motoren is het toestel geschikt om vanaf korte onverharde banen te opereren. Ook zijn geschiktheid om langdurig in de lucht te blijven en zijn handelbaarheid onder lage snelheden maken het geschikt voor het bestrijden van bosbranden.
In tegenstelling tot andere toestellen als de Canadair CL-215 of Canadair CL-415 kan dit toestel alleen vanaf het land opereren; het dient dus na iedere blussing terug te keren naar zijn hydrant (aftappunt) om van een nieuwe voorraad blusmiddel te worden voorzien.
Deze voormalige marinetoestellen waren vroeger in gebruik als onderzeebootbestrijder. Daarna werden ze door de Canadese firma Conair Aviation omgebouwd tot Conair Firecat waterbommenwerpers met een 3400liter bluscapaciteit. De bemanning bestaat uit 1 vlieger en 1 brandwacht waarnemer.
Ze kwamen bij de Avions de la Securité Civile (ASC) in dienst vanaf 1982. Vanaf 1988 werden de nieuw geleverde toestellen voorzien van turboprops en omgebouwd tot Turbo Firecat (of Turbo-Tracker). Alle bestaande toestellen werden van 1989 tot 1995 eveneens voorzien van turboprops.
Conair Firecat Trackers
Als blusmiddel wordt gewoon zoet of zout water gebruikt. Het is echter ook mogelijk om brandvertragende chemicaliën te gebruiken; hiervoor gebruikte men vroeger een borax-zoutoplossing, die echter de bodem onvruchtbaar maakte en giftig was voor mens en dier.
Nieuwere blus of brandvertragende chemicaliën zijn ammoniumsulfaat of ammoniumpolyfosfaat waaraan eventueel verdikkende middelen zijn toegevoegd. Deze stoffen zijn niet alleen minder giftig maar werken na de brand als kunstmest voor de vegetatie.
De nieuwere brandvertragers, zoals Firetrol en Phoscheck, zijn roodgekleurd middels toegevoegde ferro-oxide om het gebied te markeren waar het is ingezet.