Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ a b c d e Kr. Strijd: Structuur en inhoud van Anselmus' "Cur deus homo", Van Gorcum & Comp. N.V. - G.A. Hak & Dr. H.J. Prakke, Assen 1958
- ↑ IJsseling: "Anselmus kiest voor de uiteenzetting zijner gedachten den vorm die destijds in de scholen zeer geliefd was, dien van een samenspraak (dialoog). Evenals bijv. Plato gedaan had, trachtten de middeleeuwsche geleerden door vragen en antwoorden in de diepten van een onderwerp in te dringen ...", voetnoot 1, p. 3, Over de Menschwording Gods, in het Nederlands vert. en toegelicht door P.C. IJsseling, G.F. Callenbach, Nijkerk 1908
- ↑ IJsseling: "... bezwaren zoekend en wederleggend (dialectiek).", p. 3, voetnoot 1, Over de Menschwording Gods, in het Nederlands vert. en toegelicht door P.C. IJsseling, G.F. Callenbach, Nijkerk 1908
- ↑ a b De reden tot deze zakelijkheid betreft de geringe omvang van zijn boek en het specifieke doel, Voorwoord en I, 1. Daarnaast geeft Anselmus aan geheel in de traditie te willen staan van de kerkelijke schrijvers voor hem en zich onder hun gezag stelt, I, 2; alles wat bij hem (Anselmus) niet kan worden teruggevonden, kan men bij hen zoeken: "hetgeen door de heilige vaderen (dat zijn de kerkvaders) reeds gezegd is voldoende kan worden geacht" (I, 1)
- ↑ Verg. evenwel D. Bentley Hart: "The rigidity, the dryness ... in the 'Cur Deus Homo' is no aspect of the text itself, I would content; rather it is an expression only, one bred by a largely illusory familiarity with Anselm's argument ... Anselms has often been the victim of his own clarity." Zie D. Bentley Hart: A Gift Exceeding Every Debt, Pro Ecclesia VIII, 3, 1998p. 347
- ↑ IJsseling: "De zonde is naar haar wezen het 'onordelijke' in de schepping Gods. Zondigen, dat is Gode de verschuldigde eere niet geven; Hem onthouden, wat het Zijne is, Hem onteren. (I 11)", inleiding, p. v, Over de Menschwording Gods, in het Nederlands vert. en toegelicht door P.C. IJsseling, G.F. Callenbach, Nijkerk 1908
- ↑ L. Th. Merton: Reflections on some Recent Studies of St. Anselm, Monastic Studies III, 1965, p. 29
- ↑ R. Williams: God met ons. De betekenis van kruis en opstanding - toen en nu, (uit het Engels vert. door M. van Ham,) Berne Media, Heeswijk 2018, pp. 37-38
- ↑ a b D. Bentley Hart: A Gift Exceeding Every Debt, VIII, 3, 1998, p. 347
- ↑ II, 18: "... want het was zijn eigen keus te lijden of niet te lijden - moest Hij doen wat Hij deed, omdat, wat Hij wilde, geschieden moest; en toch moest Hij het niet doen, omdat Hij er niet toe was verplicht."
- ↑ II, 20: "Aan wie zal Hij met meer gepastheid de vrucht en het loon van zijn dood toekennen dan aan hen, tot wier redding Hij zich, zoals het redelijk inzicht in de waarheid ons leerde, tot mens maakte en aan wie Hij, zoals we reeds zeiden, door te sterven een voorbeeld gaf van wat het is: om der gerechtigheid wil te sterven? Tevergeefs zullen zij zijn navolgers zijn, als zij niet aan zijn verdiensten zullen deelhebben."
- ↑ Hoewel het lijkt alsof navolging van Christus bij Anselmus op de achtergrond is geraakt, blijkt uit alles dat zij wel wordt verondersteld. Er is bij Anselmus geen sprake van een passief christen-zijn.
- ↑ Verg. IJsseling: "Waarin bestaat het werk van Christus? Dat hij het verschuldigde doet en bovendien nog meer dan dat. Het verschuldigde, dat hij deed, bestond hierin, dat hij als mensch onwankelbaar de gerechtigheid heeft gehandhaafd en zoo den dood vond. En het meerdere, dat hij deed, was, dat hij zich dooden liet. De dood was geen moeten, maar een daad," inleiding, p. vii, Over de Menschwording Gods, in het Nederlands vert. en toegelicht door P.C. IJsseling, G.F. Callenbach, Nijkerk 1908
- ↑ Anselmus: Over de Menschwording Gods, in het Nederlands vert. en toegelicht door P.C. IJsseling, G.F. Callenbach, Nijkerk 1908, inleiding, p. ix
- ↑ Het ontbreken van het subjectieve was de voornaamste kritiek van Thomas van Aquino, zie P. Tillich, Systematic Theology II, University of Chicago, Chicago, Ill. 1957. Verg. echter de opmerking van Bentley Hart, A Gift etc., p. 345: "It might be observed that Anselm already writes from within the precincts of the church's pneumatological life ... [T]he newly refashioned human nature established in the Incarnation is found nowhere (this side of the eschaton) but in the social reality of the church, whose practices of love and discipline of forgiveness already constitutes the new life of the sanctified. This may not, in itself, prove a sufficient retort to the criticism offered, but again, given the very specific limits Anselm has set to his inquiry, it should at least render that criticism somewhat less devastating." Men leze bij Anselmus in zijn voorwoord: "Ik heb mij gedrongen gezien het haastiger dan mij geschikt scheen en dus ook korter dan ik gewild had, zo goed ik kon tot een einde te brengen. Want vele dingen, die ik stilzwijgend ben voorbijgegaan zou ik hebben ingeschoven en toegevoegd, wanneer het mij had vrijgestaan het rustig en in een behoorlijke tijdruimte had kunnen afwerken." Ten slotte dient te worden opgemerkt dat de titel, de De Menswording Gods, reeds wijst op datgeen Anselmus voor ogen had, continuïteit met de aloude Kerkleer dat verzoening en verlossing niet alleen door Christus werden bewerkt aan het Kruis, maar door zijn gehele levenswandel in gehoorzaamheid aan God, culminerende in de dood aan het Kruis. Deze kruisdood verschaft niet alleen verlossing, maar maakt het de mens ook mogelijk om deel te krijgen aan het Goddelijke leven. Dat schijnt bij Anselmus niet anders te zijn. Het is goed mogelijk De Menswording Gods te zien in continuïteit met een langere rij boeken die de incarnatie als onderwerp hebben en zijn geschreven door de kerkvaders, men denke in het bijzonder aan de Menswoording van het Woord Gods van Athanasius van Alexandrië.
- ↑ Een uitzondering hierop is het verhaal van de koning, het zondige volk en de redding van dat volk door de rechtschapene, II, 16.
- ↑ De aan Anselmus' verwante verzoeningsleer van Gregorius de Grote stelt Aulén tegenover die van Anselm zelf: "Bij Gregorius de Grote, die gaarne het levenswerk van Christus schildert met de meest drastische beelden van het strijd- en overwinningsmotief, treffen wij gelijktijdig een duidelijker ontwikkeling van de typische Latijnse redenering aan dan ooit te voren. Tussen hem [d.i. Gregorius] en de uitleggen van Anselmus in 'Cur deus homo' bestaat een niet te grote afstand," G. Aulén: De Christelijke Verzoeningsgedacht, (uit het Zweeds vert. door J. Henzel,) H.J. Paris, A'dam 1931, p. 87
- ↑ God wil niet straffen, Hij wil voldoening.
- ↑ Bentley Hart verwerpt hiermee de gangbare indeling van verzoeningsmodellen, geïntroduceerd door Gustaf Aulén. Het Christus Victor-model staat niet tegenover het 'model' van Anselmus; het laatste moet worden gezien als een variant van het Christus Victor-model. Zie Bentley Hart: A Gift Exceeding Every Debt, p. 339. Verg. in dit geval ook de opmerking van Rowan Williams in God met Ons, p. 55: "[I]k (d.i. Williams) moet bekennen dat ik denk dat hij niet helemaal gelijk heeft. We hebben bijvoorbeeld gezien dat vanaf het begin de taal van het offer enorm belangrijk was. Het Nieuwe Testament is complexer dan elk ander model."
- ↑ Uit Cur deus homo I, 1 en 2 blijkt dat Anselmus in ieder geval niet het idee heeft met een nieuwe verzoeningsleer te komen. In I, 1 stelt dat hetgeen hij ontvouwt slechts een uitweiding is en dat hetgeen "... door de heilige vaderen (dat zijn de kerkvaders) reeds gezegd is voldoende kan worden geacht."
- ↑ L. Th. Merton: Reflections on some Recent Studies of St. Anselm, Monastic Studies III (1965)
- ↑ "the death of Christ on the Cross was not intended to assuage a supposed divine thirst forvengeance, nor was it simply an expression of the infinite power of God venting itself onthe evil of sin in the form of an infinitely virulent punishment. The mystery of the Cross issomething far deeper than this: it is a mystery of love in which justice and love are seen to be not opposed but one in the infinite holiness of God. And this, indeed, is the divine honor in its highest sense: for an honor that would be fully restored by a mere exercise of forcewould not be worthy of an infinitely wise and loving God. His transcendent honor is satisfied not by punishment alone but by reconciliation." L. Th. Merton: Reflections on some Recent Studies of St. Anselm, 1965, p. 228
- ↑ Anselmus: Over de Menschwording Gods, (uit het Latijns vert. en toegelicht door P.C. IJsseling,) C.F. Callenbach, Nijkerk 1909, p. 4, voetboot 1
- ↑ F.W.A. Korff: Christologie II, Callenbach N.V., Nijkerk 1941, p. 75
- ↑ a b Aulén: De Christelijke Verzoeningsgedachte, (uit het Zweeds vert. door J. Henzel,) H.J. Paris, A'dam 1931, p. 89
- ↑ Verg. echter ook A. van Egmond: Het christelijk geloof, Kok/Boekencentrum, Utrecht 2018, p. 502, voetnoot 224, waar de auteur naast de feodale achtergrond ook andere mogelijke gedachtegangen die Anselmus mogelijk hebben geïnspireerd: Germaans recht, Romeins recht, middeleeuws gewoonterecht, biechtpraktijk, mogelijk Irenaeus van Lyon "de eer van God is het heil van de mens" of misschien zelfs het bijbelse begrip van de losser.
- ↑ Deze gedachte was aanwezig bij een aantal Kerkvaders. Verg. G. Aulén: De Christelijke Verzoeningsgedachte, (uit het Zweeds vert. door J. Henzel,) H.J. Paris, A'dam 1931, pp. 42-65
- ↑ Bij primitieve eerwraak wordt aan de schuldige partij geen kans gegeven om met iets anders te betalen dan met zijn leven. In de middeleeuwen kon men de beledigde partij blijkbaar een vergoeding betalen, inclusief rente, waarna er verzoening plaatsvindt. Zulks is feitelijk een gemodificeerde eerwraak, zij het echter dat de humaniteit het hier wint van een simpele wraakoefening.
- ↑ Hieruit blijkt het verschil met latere versies van de satisfactieleer waar het niet is voldoening of straf en daar uit voorvloeiend satisfactie, maar voldoening en straf en daar uit voorvloeiend satisfactie. Bij Anselmus speelt de gedachte dat Jezus de straf zou moeten ondergaan om de toorn van God te stillen nauwelijks een rol van betekenis, bij latere middeleeuwse theologen, en met name onder de reformatoren was dit wel het geval, verg. de Heidelbergse Catechismus, zondagen 3 t/m 6. Waarschijnlijk vond er in de eeuwen na Anselmus een verschuiving plaats binnen het theologisch denken waarbij men God als wraakzuchtig en vertoornd is gaan opvatten. Of men dit als een vooruitgang in het theologisch denken moet beschouwen hangt geheel af van het Godsbeeld dat men er op na houdt (of wenst te houden).
- ↑ Het antwoord van Anselmus aan Boso laat zien dat 'goede werken' noodzakelijk behoren tot het christen-zijn, zij behoren tot de gehoorzaamheid aan God. Dit behoort tot het mens-zijn zoals door God bedoeld. Je kunt er weliswaar de erfzonde niet mee afkopen, maar een actief christendom wordt door Anselmus veronderstelt.
- ↑ Hier de noodzaak (volgens Anselmus) voor de menswording van God. De Zoon van God is Degene die zowel mens als God is. De tweenaturenleer, de Drie-eenheid e.d. spelen een essentiële rol in de verzoeningsleer van Anselmus. Daaraan kan men merken dat zij jonger is dan de klassieke verzoeningsleer van de (vroege) kerkvaders; zij veronderstelt een minder ingewikkelde dogmatische inkleding.
- ↑ Alle citaten zijn afkomstig uit de vertaling van P.C. IJsseling: Over de Menschwording Gods, C.F. Callenbach, Nijkerk 1908. Voor de verstaanbaarheid zijn zij echter weergegeven in de moderne, gangbare spelling.
- ↑ Herdruk onder de titel Waarom God mens werd (1952) als onderdeel van de serie Klassieken der Kerk
- ↑ Bentley Hart meent evenwel dat Cur deus homo in overeenstemming is met de Christus Victor-leer, zie p. 335: "[T]hat the 'Cur Deus Homo' does not represent a catastrophic breach between the theologies of West and East, but only a change of accent ... the atonement theories of either tradition emanate from the ... same story: the story of Christ trampling down death by death. ... [M]isreadings of Anselm are legion."
|