Cygnus A | ||||
---|---|---|---|---|
Type | Seyfert 2 | |||
Datum ontdekking | 1939 | |||
Ontdekt door | Grote Reber | |||
Overige aanduidingen | 4C 40.40, 2E 4309, CYG A, W 57, BWE 1957+4035, NRAO 620, 1C 19.01, QSO B1957+405, 3C 405, 1RXS J195928.7+404405, 3C 405.0, 2U 1957+40, 3CR 405, LEDA 63932, 4U 1957+40, VV2000c J195928.3+404402, DA 500, MCG+07-41-003, DB 117, Mills 19+4, VV 72 | |||
Fysische gegevens | ||||
Roodverschuiving | 0,056146 | |||
Radiële snelheid | 16360 km/s | |||
Waarnemingsgegevens | ||||
Rechte klimming | 19u59m28,3566s | |||
Declinatie | 40° 44' 02,096" | |||
Sterrenbeeld | Zwaan (Cygnus) | |||
Schijnbare helderheid | 16,22 (in V) mag | |||
Afstand | 773 Mlj (237 Mpc) | |||
|
Cygnus A (of 3C 405) is een radio-sterrenstelsel en is bij frequenties beneden 1 GHz de sterkste radiobron aan de hemel (objecten in het zonnestelsel niet meegerekend). De bron wordt gekenmerkt door twee lobben die verbonden zijn door jets met het centrale (actieve) elliptische sterrenstelsel.
In 1939 ontdekte Grote Reber een radiobron in het sterrenbeeld Zwaan.[1] Na betere metingen gaf James Stanley Hey (en collega's) in 1946 de bron de naam Cygnus A. Cygnus A was in 1951 een van de eerste bronnen die door Walter Baade geïdentificeerd werden met een optisch zichtbaar sterrenstelsel (zie externe link). In 1953 werd door Roger Jennison en M. K. Das Gupta ontdekt dat het een dubbele radiobron is.
De heliocentrische radiële snelheid van Cygnus A is 16.811 km/s, een roodverschuiving die wegens de wet van Hubble overeenkomt met een afstand van 773 miljoen lichtjaar. De afstand van de lobben aan de hemel bedraagt 2,6 boogminuten ofwel ongeveer 500.000 lichtjaar. De fluxdichtheid van Cygnus A bereikt een sterkte van 31.700 jansky bij een frequentie van 14,7 MHz.[2] De sterke radio-emissie van Cygnus A wordt veroorzaakt door synchrotronstraling.[3]