De man die kon rekenen (originele Portuguese titel: O Homem que Calculava) is een boek over recreationele wiskunde en eigenaardige woordproblemen van de Braziliaanse schrijver Júlio César de Mello e Souza, gepubliceerd onder het pseudoniem Malba Tahan. Na de eerste publicatie in 1938 werd het boek vertaald in onder andere het Catalaans, Engels (in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten), Duits, Italiaans, Spaans en het Nederlands en het wordt in veel landen als een didactische bron aangeraden. Het verscheen voor het eerst in 1949 in Brazilië. De auteur kreeg er een prijs voor van de Braziliaanse Letterkundige Academie.
De man die kon rekenen is een serie verhalen in de stijl van de vertellingen van Duizend-en-één-nacht, maar dan rond wiskundige puzzels en curiosa. Het boek is ogenschijnlijk een vertaling door de Braziliaanse geleerde Breno de Alencar Bianco van een origineel manuscript van Malba Tahan, een dertiende-eeuwse Perzische geleerde van het islamitische rijk – beide even fictief.
De eerste twee hoofdstukken vertellen hoe Hanak Tade Maia reisde van Samarra naar Bagdad toen hij Beremiz Samir, een jongen met verbazingwekkende wiskundige vaardigheden, ontmoette. De reiziger nodigde Beremiz uit met hem naar Bagdad te reizen, waar een man met zijn capaciteiten zeker winstgevend werk kon vinden. De rest van het boek verhaalt de verschillende incidenten die de twee mannen langs de weg en in Bagdad tegenkomen. Beremiz Samir gebruikt zijn capaciteiten met berekening zoals een toverstaf om mensen te verbazen, te vermaken, geschillen op te lossen en verstandige en rechtvaardige oplossingen te vinden voor schijnbaar onoplosbare problemen.
Enkele van de problemen gepresenteerd in het boek zijn: