De dierenartsassistent is de rechterhand van de dierenarts. Hij of zij houdt de administratie bij, neemt de telefoon op en helpt de dierenarts bij operaties en/of injecties. Tegenwoordig wordt een dierenarts meestal bijgestaan door een dierenartsassistent paraveterinair. Een gediplomeerd en bij de overheid geregistreerde dierenartsassistent paraveterinair mag ook sommige diergeneeskundige handelingen uitvoeren, die anders de dierenarts uitvoert. Wat een dierenartsassistent paraveterinair wel en niet mag doen, is wettelijk geregeld (Nederland: het Besluit diergeneeskundigen).[1]
Het werk van een dierenartsassistent kan verschillen van praktijk tot praktijk. In sommige praktijken bestaat een groot deel van het werk uit het opnemen van de telefoon en het schoonhouden van de praktijk. In andere klinieken wordt er meer van de paraveterinair verwacht. Wat de paraveterinair wettelijk wel of niet mag is uitgewerkt in het boek 'Terecht op de praktijk'.[2]
UDA* staat voor Uitsluitend door Dierenarts Af te leveren. Deze medicatie mag alleen worden gegeven als de dierenarts daar opdracht voor geeft nadat onderzoek het dier is onderzocht. Voorbeeld zijn bepaalde antibiotica, pijnstillers en antiparasitaire middelen.
UDD* staat voor Uitsluitend door Dierenarts toe te Dienen. Voorbeelden zijn opiumachtige pijnstillers, entstoffen en infuusvloeistoffen.
De opleiding tot dierenartsassistent paraveterinair kan op vele plaatsen worden gevolgd, zowel klassikaal als via thuisstudie. De opleiding is op mbo 4-niveau en duurt 3 tot 4 jaar.
Er bestaat een cao voor dierenartspraktijken. Niet elke dierenartspraktijk volgt deze cao.