Dubbelevenredige zetelverdeling

Een dubbelevenredige zetelverdeling zorgt er voor dat de algehele verkiezingsuitslag altijd leidend blijft bij het verdelen van zetels over kiesdistricten.
Deel van een serie artikelen over
Kiesstelsel & regering
Een Nederlands stembiljet met rood stempotlood
Een Nederlands stembiljet met rood stempotlood
Kiessysteem

Evenredige vertegenwoordiging · Meerderheidsstelsel · Gemengd kiesstelsel · Positief & Negatief parlementarisme

Verkiezing

Kiesraad · Partijlijstenstelsel · Kandidatenlijst · Stembiljet · Open lijst · Gesloten lijst · Hybride lijst · Gerangschikt stemmen · Vervroegde verkiezing

Zetelverdeling

Grootste overschotten & gemiddelden · D'Hondt & Sainte-Laguë · Nationaal kiesdistrict · Kies- en Fractiedrempel · Kiesdeler · Restzetel

Districtenstelsel

Enkelvoudig & Meervoudig Kiesdistrict · Districtszetel · Overhangzetel · Vereffeningszetel · Dubbelevenredigheid · Nationale kieslijst

Parlement

Lid · Onafhankelijken · Partij · Lijstverbinding · (Gemengde) Fractie · Alliantie · Coalitie · Regering · Minderheidskabinet · Oppositie

Politieke cultuur

Centrumpolitiek · Consensusdemocratie · Cordon sanitaire · Penduledemocratie · Blokpolitiek · Waaierdemocratie · Tangdemocratie

Electorale hervorming

Democratie-index: Economist & V-Dem · Quotumregel · Evenredigheid · Gallagher-index · Verspilde stem · Spoilereffect · Versplintering

Portaal  Portaalicoon   Politiek

Dubbelevenredige of dubbelproportionele zetelverdeling, of kortweg dubbelevenredig of dubbelproportioneel, is een toewijzingsmethode die de algehele verkiezingsuitslag als uitgangspunt neemt bij het evenredig verdelen van zetels over meervoudige kiesdistricten. De rekenmethode is bedacht door de Duitse wiskundige Friedrich Pukelsheim en wordt met name toegepast in Zwitserse kantons.[1]

Het principe van dubbelevenredigheid houdt in dat de algehele zetelverdeling leidend blijft bij het evenredig verdelen van partijzetels over kiesdistricten. Dit wordt bereikt door eerst de zetelverdeling per kiesdistrict en per partij te berekenen, gevolgd door de zetelverdeling binnen de kiesdistricten. Als laatste worden er correcties toegepast om optimale evenredigheid op beide niveaus te bereiken.[2][3]

Een dubbelevenredige zetelverdeling voorkomt het ontstaan van overhangmandaten omdat de algehele verkiezingsuitslag altijd leidend blijft. Daarnaast is het niet nodig om vereffeningszetels te reserveren aangezien alle zetels als directe districtszetels beschouwd kunnen worden.

Verschil met vereffeningszetels
Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4
Dubbelevenredige zetelverdeling Zetelgrootte van de kiesdistricten bepalen Algehele zetelverdeling per partij bepalen Voorlopige zetelverdeling binnen de kiesdistricten bepalen Correcties toepassen om directe districtszetels toe te kennen
Vereffeningszetels Directe districtszetels toekennen binnen kiesdistricten Algehele zetelverdeling per partij bepalen Vereffeningszetels toewijzen aan partijen en evt. kiesdistricten

Procesbeschrijving

[bewerken | brontekst bewerken]

Het principe van dubbelevenredigheid wordt bereikt door de volgende stappen te nemen:

Bovenste verdeling

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Zetelgrootte van de kiesdistricten bepalen: Al voor de verkiezingen kan de zetelgrootte van elke kiesdistrict worden vastgesteld. Dit is meestal gebaseerd op het aantal inwoners. Dit bepaalt hoeveel zetels er in totaal te winnen zijn in elke regio.
  • Algehele zetelverdeling per partij bepalen: De verkiezingsuitslag wordt bepaald door het totale aantal stemmen over alle kiesdistricten heen op te tellen. Dit bepaalt hoeveel zetels elke partij te verdelen heeft over de verschillende kiesdistricten.

Onderste verdeling

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Voorlopige zetelverdeling binnen de kiesdistricten bepalen: De zetels worden vervolgens verdeeld over de kiesdistricten op basis van de algehele uitslag. Eerst worden de zetels evenredig verdeeld binnen elk kiesdistrict zodat partijen hun zetels verkrijgen in de kiesdistricten waar ze het populairst zijn.
  • Correcties toepassen om directe districtszetels toe te kennen: Als laatste worden correcties toegepast om ervoor te zorgen dat elke kiesdistrict en elke partij precies genoeg zetels toebedeeld krijgen. Vervolgens kunnen alle zetels worden beschouwd als directe districtszetels.

Bovenste verdeling

[bewerken | brontekst bewerken]

Bij de bovenste verdeling wordt het zeteltotaal voor elk kiesdistrict en elke partij berekend met behulp van een bepaalde methode zoals de methode van grootste overschotten of de Sainte-Laguë-methode.

Wanneer deze bovenste zetelverdeling is afgerond, is de uiteindelijke grootte van de kiesdistricten en de sterkte van partijen binnen het parlement definitief. De onderste verdeling bepaalt alleen in welke specifieke kiesdistricten de partijzetels worden toegewezen.

Stel dat er drie kiesdistricten zijn: I, II en III, en drie partijen: A, B en C. Binnen deze kiesdistricten worden er 20 zetels verdeeld. De grootste-overschottenmethode wordt toegepast voor optimale evenredigheid.

Zetelgrootte van de kiesdistricten bepalen

[bewerken | brontekst bewerken]

Voor de verkiezingen kan het zetelaantal per kiesdistrict worden bepaald. In dit voorbeeld volgt de zetelverdeling het aantal stemmen, maar meestal wordt het zetelaantal bepaald door het aantal inwoners.

Omdat er 3805 kiezers zijn en er 20 zetels zijn, is de kiesdeler 190¼ stemmen per zetel. De uitkomst voor de zetelverdeling van de kiesdistricten wordt hieronder weergegeven.

Kiesdistrict Stemmen Stemmen/kiesdeler Volle zetels Restzetel Totaal
I 1347 7.1 7 7
II 1014 5.3 5 5
III 1444 7.6 7 1 8
Totaal 3805 Kiesdeler = 190¼ 19 1 20

Algehele zetelverdeling per partij bepalen

[bewerken | brontekst bewerken]

Wanneer de verkiezingsuitslagen binnen zijn, worden alle stemmen van alle kiesdistricten opgeteld. De uitkomst voor de zetelverdeling van de partijen wordt hieronder weergegeven.

Partij Stemmen Stemmen/kiesdeler Volle zetels Restzetel Totaal
A 983 5.2 5 5
B 2040 10.7 10 1 11
C 782 4.1 4 4
Totaal 3805 Kiesdeler = 190¼ 19 1 20

Onderste verdeling

[bewerken | brontekst bewerken]

De onderste verdeling moet de zetels over elke regionale partijlijst verdelen op een manier die zowel de zetelverdeling van de partij als de zetelverdeling van de kiesdistricten respecteert.

Het resultaat wordt verkregen door een herhalend proces. Eerst wordt voor elke kiesdistrict een districtsdeler berekend voor de stemmen die aan elke regionale partijlijst in die kiesdistrict zijn toegekend. Voor elke partij wordt met een partijdeler begonnen van 1.

Het doel van dit iteratieve proces is in feite om de districtsdelers en partijdelers zo aan te passen dat

  • Het aantal zetels op elke regionale partijlijst gelijk is aan het aantal stemmen gedeeld door zowel de regionale als de partijdeler, dat vervolgens wordt afgerond met behulp van de afrondingsmethode van de Sainte-Laguë-methode die is gebruikt, en
  • De som van de zetels van alle regionale partijlijsten van één partij is gelijk aan het aantal zetels dat in de bovenste verdeling voor die partij is berekend, en
  • De som van de zetels op alle regionale partijlijsten van één kiesdistrict is gelijk aan het aantal zetels dat in de bovenste verdeling voor die kiesdistrict is berekend.

Voorlopige zetelverdeling binnen de kiesdistricten bepalen

[bewerken | brontekst bewerken]

In eerste instantie moeten districtsdelers worden gevonden om de zetels van elke kiesdistrict over de regionale partijlijsten te verdelen. In de tabellen zijn er voor elke regionale partijlijst twee cellen. Hieronder wordt het aantal stemmen weergegeven inclusief het aantal toegewezen zetels.

Partij Kiesdistrict Totaal
I II III
A 123 1 45 0 815 5 983 6
B 912 4 714 4 414 2 2040 10
C 312 2 255 1 215 1 782 4
Totaal 1347 7 1014 5 1444 8 3805 20
Districtsdeler 205 200 180

Correcties toepassen om directe districtszetels toe te kennen

[bewerken | brontekst bewerken]

Deze laatste stap kan worden gezien als het aanpassen van de stemkracht van de kiezers van elke partij met de minimaal noodzakelijke hoeveelheid, zodat de resultaten per kiesdistrict evenredig worden per partij. Met behulp van de Sainte-Laguë-methode wordt gegarandeerd dat dit iteratieve proces eindigt met de juiste zetelaantallen voor elke regionale partijlijst.

De volgende twee correctiestappen worden uitgevoerd totdat deze doelstelling is bereikt:

  • De partijdelers zodanig aanpassen dat de zetelverdeling binnen elke partij correct is met de gekozen methode.
  • De districtsdelers zodanig aanpassen dat de zetelverdeling binnen de kiesdistricten correct is met de gekozen methode.

Nu wordt er begonnen met een partijdeler van 1 en wordt het aantal zetels binnen elke partij gecontroleerd (dat wil zeggen, vergeleken met het aantal dat is berekend in de bovenste verdeling):

Partij Kiesdistrict Totaal Partijdeler
I II III
A 123 1 45 0 815 5 983 6 1
B 912 4 714 4 414 2 2040 10 1
C 312 2 255 1 215 1 782 4 1
Totaal 1347 7 1014 5 1444 8 3805 20
Districtsdeler 205 200 180

Omdat niet alle partijen het juiste aantal zetels hebben, moet er een correctiestap worden uitgevoerd: voor partij A en B moeten de kiesdelers worden aangepast. De kiesdeler voor A moet worden verhoogd en de kiesdeler voor B moet worden verlaagd:

Partij Kiesdistrict Totaal Partijdeler
I II III
A 123 1 45 0 815 4 983 5 1,1
B 912 5 714 4 414 2 2040 11 0,95
C 312 2 255 1 215 1 782 4 1
Totaal 1347 8 1014 5 1444 7 3805 20
Districtsdeler 205 200 180

Nu moeten de kiesdelers voor kiesdistrict I en III worden aangepast. Omdat kiesdistrict I één zetel te veel heeft (8 in plaats van de 7 zetels die bij de bovenste verdeling zijn berekend), moet de kiesdeler van die kiesdistrict omhoog worden gebracht. Omgekeerd moet de kiesdeler van kiesdistrict III omlaag.

Partij Kiesdistrict Totaal Partijdeler
I II III
A 123 1 45 0 815 4 983 5 1,1
B 912 5 714 4 414 3 2040 12 0,95
C 312 1 255 1 215 1 782 3 1
Totaal 1347 7 1014 5 1444 8 3805 20
Districtsdeler 210 200 170

Opnieuw moeten de kiesdelers voor de partijen worden aangepast:

Partij Kiesdistrict Totaal Partijdeler
I II III
A 123 1 45 0 815 4 983 5 1,1
B 912 4 714 4 414 3 2040 11 0,97
C 312 2 255 1 215 1 782 4 0,98
Totaal 1347 7 1014 5 1444 8 3805 20
Districtsdeler 210 200 170

Nu komen de zetelaantallen van de drie partijen en de drie kiesdistricten overeen met de aantallen die in de bovenste verdeling zijn berekend. Daarmee is het iteratieve proces voltooid en is de verdeling van de directe districtszetels bekend.

Zetels Kiesdistrict Totaal
Partij I II III
A 1 0 4 5
B 4 4 3 11
C 2 1 1 4
Totaal 7 5 8 20

De in de praktijk gebruikte methode voor een dubbelproportionele zetelverdeling werd in 2003 beschreven door de Duitse wiskundige Friedrich Pukelsheim.[4] Deze methode wordt nu gebruikt voor kanton- en gemeenteraadsverkiezingen in bepaalde Zwitserse kantons, zoals Zürich (sinds 2006), Aargau en Schaffhausen (sinds 2008), Nidwalden, Zug (sinds 2013), Schwyz (sinds 2015), Wallis (sinds 2017) en Graubünden (sinds 2021).[5][6]

De biproportionele zetelverdeling wordt ook gebruikt bij nationale verkiezingen voor de Bulgaarse Nationale Vergadering.

Voor- en nadelen

[bewerken | brontekst bewerken]

Het belangrijkste voordeel van deze methode is dat ze zowel een eerlijke verdeling van zetels tussen de regio’s als tussen de partijen mogelijk maakt. De methode zorgt ervoor dat de verhouding tussen het aantal ontvangen stemmen en het aantal toegewezen zetels per partij zo gelijk mogelijk is. Dit minimaliseert de verschillen tussen grote en kleine partijen en garandeert een zeer nauwkeurige en evenwichtige zetelverdeling.

Een nadeel is echter dat binnen een kiesdistrict de voorkeuren voor specifieke partijen minder nauwkeurig worden gereflecteerd in de zetelverdeling. Het systeem is vooral gericht op het evenredigheid op het hoogste niveau, waardoor lokale voorkeuren soms wat minder zichtbaar zijn in de uiteindelijke zeteltoewijzing binnen de kiesdistricten.

Java-applicatie

[bewerken | brontekst bewerken]
  1. (de) Kälin, Adi, "Die Wahrheit über Volkes Wille", Neue Zürcher Zeitung, 11 juli 2017. Geraadpleegd op 23 november 2024.
  2. (de) Pukelsheim, Friedrich; Christian Schuhmacher, Doppelproporz bei Parlamentswahlen – ein Rück- und Ausblick. AJP/PJA (2011-12). Geraadpleegd op 23 november 2024. “über erste Erfahrungen mit dem Doppelproporz”
  3. (de) Pukelsheim, Friedrich; Christian Schuhmacher, Das neue Zürcher Zuteilungsverfahren für Parlamentswahlen. AJP/PJA (2004-5). Geraadpleegd op 23 november 2024. “detaillierte Erklärung des Verfahrens nach mathematischen und juristischen Gesichtspunkten”
  4. (en) Gaffke, Norbert (1 september 2008). Divisor methods for proportional representation systems: An optimization approach to vector and matrix apportionment problems. Mathematical Social Sciences 56 (2): 166–184. ISSN: 0165-4896. DOI: 10.1016/j.mathsocsci.2008.01.004.
  5. (de) Urteil des Bundesgerichts zum früheren Wahlsystem des Kantons Aargau. relevancy.bger.ch. relevancy.bger.ch (27 oktober 2004). Geraadpleegd op 23 november 2024.
  6. (de) Beschluss des Kantonsrates vom 18. Dezember 2006 über die Bewilligung von Beiträgen an die Stiftung Greater Zurich Area Standortmarketing für 2007 bis 2010 (Rechtskraft). Ergebnisse der Parlamentswahlen des Kantons Zürich. Kanton Zürich (7 april 2007). Geraadpleegd op 23 november 2024.