Edgarosaurus

Edgarosaurus muddi

Edgarosaurus is een geslacht van de Plesiosauria dat tijdens het vroege Krijt leefde in het gebied van het huidige Noord-Amerika. De enige benoemde soort is Edgarosaurus muddi.

Vondst en naamgeving

[bewerken | brontekst bewerken]

In het voorjaar van 1993 vonden de amateurpaleontologen Doug Tingwall, Buck Damone en Ken Olson het skelet van een plesiosauriër op de Bridger Ridge-vindplaats, vijf mijl ten zuiden van de plaats Edgar in Carbon County, Montana. Ze brachten het naar het Museum of the Rockies ter preparering. Het bleek om een nog onbekende soort te gaan. Pat Druckenmiller wijdde er in 1998 zijn thesis aan.

Het holotype in het Museum of the Rockies

In 2002 benoemde en beschreef Druckenmiller de typesoort Edgarosaurus muddi. De geslachtsnaam verwijst naar Edgar. De soortaanduiding eert wijlen Kevin Mudd uit Bridger.

Het Museum of the Rockies

Het holotype, MOR 751, is gevonden in de Shell Creek Member van de bovenste Thermopolis Shale die dateert uit het late Albien. Het bestaat uit een skelet met schedel. Bewaard zijn gebleven: een complete schedel met onderkaken, zesentwintig halswervels, drie borstwervels, de vijf voorste ruggenwervels, en de linkervoorvin. Het betreft een jongvolwassen individu.

De lengte is geschat op 3,2 tot 3,7 meter. De nek is relatief kort.

Schumacher gaf een aantal onderscheidende kenmerken aan. Het schedeldak wordt doorboord door een foramen pineale. De oorzone heeft een fenestra ovalis, anders dan bij Dolichorhynchops. Het suspensorium, de quadrata waar de onderkaken van afhangen, staat verticaal in plaats van naar achteren te hellen. Er zijn zes tot zeven premaxillaire tanden in plaats van vijf. In de kaken staan lange vangtanden. De symfyse van de onderkaken is relatief kort met zes paar dentaire tanden. Er is het relatief hoge aantal van zesentwintig halswervels. Bij de hand hebben de vingerkootjes de formule 7-11-10-9-9.

Er zijn zesentwintig maxillaire tanden. Het voorste bovenkaaksbeen draagt lange tanden die bij sluiting van de muil nog onder de onderrand van de onderkaak uitsteken. Er staan dertig (links) of eenendertig (rechts) dentaire tanden in de onderkaken.

De snuit is robuust en matig lang. Er is geen venster tussen het ploegschaarbeen en neusbeen. De ribben zijn eenkoppig. De beenderen van de onderarm en het onderbeen zijn kort en breed.

Edgarosaurus werd in 2002 in de Polycotylidae geplaatst. Schumacher was onzeker over de precieze positie.

Latere analyses vonden meestal een basale positie.

Plesiosauria 

Plesiosaurus



Tricleidus


 Polycotylidae 

Edgarosaurus




Thililua



 Palmulainae 

UMUT MV 19965 (uit Japan)



Pahasapasaurus (als AMM 98.1.1)



Palmulasaurus



 Polycotylinae 

Dolichorhynchops




Trinacromerum




Eopolycotylus



Polycotylus









  • Druckenmiller, P.S. 1998. Osteology and relationships of a plesiosaur (Sauropterygia) from the Thermopolis Shale (Lower Cretaceous) of Montana. M.S. thesis, Montana State University, Bozeman, 91 pp
  • Druckenmiller, P.S. 2002. "Osteology of a new plesiosaur from the lower Cretaceous (Albian) Thermopolis Shale of Montana". Journal of Vertebrate Paleontology 22: 29-42