FOX-gen

De FOX-genen of forkhead box-genen zijn een genfamilie die een cruciale rol spelen in de ontwikkeling van dieren. Enkele FOX-genen zijn ook gevonden in schimmels. Het zijn regulatorgenen, waarvan de eiwitten de expressie van andere genen beïnvloeden en zijn betrokken bij de celgroei, celstrekking, celdifferentiatie en levensduur van de cel. Veel FOX-genen beïnvloeden de embryonale ontwikkeling.

De naam FOX is een afkorting van forkhead box, genoemd naar de aard van hun werking. FOX-eiwitten bestaan uit 80 tot 100 aminozuren die zich aan het DNA hechten, waardoor de genexpressie van andere genen wordt beïnvloed.

De FOX-genen worden ingedeeld in 17 groepen, FOXA tot en met FOXS. De totale werking en functie van deze genen is nog niet in kaart gebracht, maar van veel genen is al wel bekend waar ze invloed op hebben. Omdat deze genen een grote invloed hebben op de ontwikkeling van het individu is de tolerantie voor mutaties erg laag. Daardoor zijn de genen in de loop van de evolutie over het algemeen weinig gedivergeerd en goed geconserveerd en herkenbaar in verschillende soorten. Ze zijn derhalve goed geschikt voor het opstellen van evolutionaire stambomen.

Mutaties in FOX-genen zijn verantwoordelijk voor een reeks van erfelijke ziekten die bij de mens zijn gevonden.

Fox-genen[1]
Gen Mens
Chromosoom Locus
FOXA1 Chromosoom 14 14q21.1
FOXA2 Chromosoom 20 20p11.21
FOXA3 Chromosoom 19 19q13.32
FOXB1 Chromosoom 15 15q22.2
FOXB2 Chromosoom 9 9q21.2
FOXC1 Chromosoom 6 6p25.3
FOXC2 Chromosoom 16 16q24.1
FOXD1 Chromosoom 5 5q13.2
FOXD2 Chromosoom 1 1p33
FOXD3 Chromosoom 1 1p31.3
FOXD4 Chromosoom 9 9p24.3
FOXD4L1 Chromosoom 2 2q14.1
FOXD4L3 Chromosoom 9 9q21.11
FOXD4L4 Chromosoom 9 9q21.11
FOXD4L5 Chromosoom 9 9q21.11
FOXD4L6 Chromosoom 9 9p11.2
FOXE1 Chromosoom 9 9q22.33
FOXE3 Chromosoom 1 1p33
FOXF1 Chromosoom 16 16q24.1
FOXF2 Chromosoom 6 6p25.3
FOXG1 Chromosoom 14 14q12
FOXH1 Chromosoom 8 8q24.3
FOXI1 Chromosoom 5 5q35.1
FOXI2 Chromosoom 10 10q26.2
FOXI3 Chromosoom 2 2p11.2
FOXJ1 Chromosoom 17 17q25.1
FOXJ2 Chromosoom 12 12p13.31
FOXJ3 Chromosoom 1 1p34.2
FOXK1 Chromosoom 7 7p22.1
FOXK2 Chromosoom 17 17q25.3
FOXL1 Chromosoom 16 16q24.1
FOXL2 Chromosoom 3 3q22.3
FOXM1 Chromosoom 12 12p13.33
FOXN1 Chromosoom 17 17q11.2
FOXN2 Chromosoom 2 2p16.3
FOXN3 Chromosoom 14 14q31.3-q32.11
FOXN4 Chromosoom 12 12q24.11
FOXO1 Chromosoom 13 13q14.11
FOXO3 Chromosoom 6 6q21
FOXO4 X-chromosoom Xq13.1
FOXO6 Chromosoom 1 1p34.2
FOXP1 Chromosoom 3 3p13
FOXP2 Chromosoom 7 7q31.1
FOXP3 X-chromosoom Xp11.23
FOXP4 Chromosoom 6 6p21.1
FOXQ1 Chromosoom 6 6p25.3
FOXR1 Chromosoom 11 11q23.3
FOXR2 X-chromosoom Xp11.21
FOXS1 Chromosoom 20 20q11.21
  • FOXF2, heeft een expressie in de longen en placenta.
  • FOXJ1, houdt het immuunsysteem in toom en voorkomt daarmee auto-immuunziekten.
  • FOXL2, is betrokken bij de ontwikkeling van eierstoken. Een mutatie in dit gen veroorzaakt bij de mens congenitale ptosis (hangend ooglid).
  • FOXM1B, van groot belang voor het verdubbelen van het DNA en de mitose, stimulatie van de expressie van dit gen stimuleert de weefselgroei, het wordt daarom ook wel het eeuwige jeugd-gen genoemd.
  • FOXP2, wordt bij de mens verantwoordelijk geacht voor het spraakvermogen. Maar ook bij andere zoogdieren is gevonden dat het FOXP2-gen van belang is voor de ontwikkeling van communicatie door geluidsignalen.