De fasehoek is een hoek tussen de richtingen waarin een waarnemer op de maan of op een planeet de zon en de aarde zou kunnen zien.
Bij volle en nieuwe maan (schijngestalten) is de fasehoek van de maan dus 0 graden, evenals van een binnenplaneet tijdens de onder- en bovenconjunctie en van een buitenplaneet tijdens oppositie en conjunctie.
Bij Mars bijvoorbeeld kan de fasehoek de waarden 0 tot circa 50 graden bedragen. Dit wordt duidelijker wanneer men bedenkt dat van Mars uit gezien de aarde een binnenplaneet is, en dat zij zich voor een waarnemer op Mars nooit ver van de zon verwijdert. Men kan dit verschijnsel al zien bij de planeten Venus en Mercurius.
Hoe groter de fasehoek is, des te groter is het gedeelte dat men ziet op de aarde van de nachtzijde van de betreffende planeet.
Tijdens de kwadratuur (fasehoek ca. 50 graden) is de fasehoek zo groot mogelijk. Dit gegeven is belangrijk voor waarnemingen met telescopen e.d.