De gehoorzenuw[11] of nervus cochlearis[12] is een van de twee takken van de VIIIe zenuw (de andere is de nervus vestibularis). De gehoorzenuw verbindt de trilhaarcellen in het slakkenhuis met de hersenen waardoor het mogelijk wordt geluid te ervaren. De nervus cochlearis ontspringt uit de cochlea en loopt naar de hersenstam, waar de vezels contact maken met de nucleus cochlearis, waar de gehoorsprikkels verder wordt verwerkt.
Bij zoogdieren worden cochleaire zenuwvezels geclassificeerd als type I of type II.
Type I neuronen vormen 90-95% van de neuronen en innerveren de binnenste haarcellen. Ze hebben een relatief grote diameter, zijn bipolair en gemyeliniseerd. Elk type I axon innerveert slechts één binnenste haarcel, maar elke binnenste haarcel wordt geïnnerveerd door tot wel 30 van zulke zenuwvezels, afhankelijk van de soort en locatie in het slakkenhuis.
Type II neuronen vormen de resterende 5-10% van de neuronen en innerveren de buitenste haarcellen. Ze hebben een relatief kleine diameter, zijn unipolair en ongemyeliniseerd.
↑His, W. (1895). Die anatomische Nomenclatur. Nomina Anatomica. Der von der Anatomischen Gesellschaft auf ihrer IX. Versammlung in Basel angenommenen Namen. Leipzig: Verlag von Veit & Comp.
↑Kopsch, F. (1941). Die Nomina anatomica des Jahres 1895 (B.N.A.) nach der Buchstabenreihe geordnet und gegenübergestellt den Nomina anatomica des Jahres 1935 (I.N.A.) (3. uitgave). Leipzig: Georg Thieme Verlag.
↑ abcdFonahn, A. (1922). Arabic and Latin anatomical terminology. Chiefly from the Middle Ages. Kristiania: Jacob Dybwad.
↑Diemerbroeck, I. de (1679). Anatome corporis humani. Leiden: Ioan Ant. Huguetan. & Soc.
↑Probstmayr, W. (1863). Etymologisches Wörterbuch der Veterinär-Medicin und ihrer Hilfswissenschaften. München: Verlag Jul. Grubert.
↑Foster, F.D. (1891-1893). An illustrated medical dictionary. Being a dictionary of the technical terms used by writers on medicine and the collateral sciences, in the Latin, English, French, and German languages. New York: D. Appleton and Company.
↑Liddell, H.G. & Scott, R. (1940). A Greek-English Lexicon. revised and augmented throughout by Sir Henry Stuart Jones. with the assistance of. Roderick McKenzie. Oxford: Clarendon Press.
↑Pinkhof, H. (1923). Vertalend en verklarend woordenboek van uitheemsche geneeskundige termen. Haarlem: De Erven F. Bohn.
↑Bastiaanssen, C.A. & Jochems, A.A.F. (1998). Anatomie en fysiologie (4de druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
↑Bock, C.E. & Pool, P.H. (1842). Hand-atlas der ontleedkunde van den mensch, benevens een tabelsgewijs handboek der ontleedkunde. Amsterdam: Hendrik Frijlink.