Geuze | ||||
---|---|---|---|---|
Oorsprong | Streek rond Brussel | |||
Alcoholpercentage | 5%-9% | |||
Kleur | amberkleurig | |||
|
Geuze, ook aangeduid met de Franse spelling gueuze, is een biersoort die ontstaat door het mengen van jonge en oude lambieken en deze te laten nagisten op fles, soms nog jarenlang. Het mengen van die bieren wordt steken genoemd. Het is een bierbereidingswijze uit het Pajottenland en de Zennevallei.
Geuze is een matgouden tot amberkleurige, parelende drank met een complexe zurige tot zurig bittere smaak en compostachtige zure geur. Het heeft een alcoholpercentage van 5% à 8% en er blijft ongeveer 0,2% suiker over na de tweede gisting.
Over de oorsprong van de naam geuze bestaan verschillende, uiteenlopende theorieën. In de 19e eeuw werd de naam geuze(n)lambiek algemeen gebruikt voor een bepaalde lambieksoort.[2] Hierin kan het woord 'geuze(n)' betrekking hebben op een toponiem ofwel op een bijnaam. Beide gevallen gaan terug naar hetzelfde woord Geus. Gezien de originele geuzenlambiek een bier was dat in vaten werd bewaard en er reeds in de 17e eeuw en de 18e eeuw bier op flessen werd getrokken is het waarschijnlijk dat zoals de gewone lambiek[3] ook geuzenlambiek op flessen werd getrokken zoals facturen van de Brouwerij Winderickx (Dworp) uit 1893 en van de Brouwerij De Boeck (Koekelberg) uit 1901 vermelden. De Boeck vermeldt Lambic Gueuse très vieux en bouteilles. Tot een eind in de 20e eeuw werd de term geuzelambiek ook gebruikt voor het bier op flessen, maar uit gemakzucht werd dat in het taalgebruik afgekort tot geuze. In het begin van de 19de eeuw werd in Brussel de champagne ontdekt en in grote hoeveelheden geconsumeerd. De lege flessen waren verloren verpakking en waren een goedkoop alternatief voor hergebruik als flessen voor geuzelambiek omdat een gewone fles niet bestand was tegen een druk die kan oplopen tot 6 bar. Waarschijnlijk zou een Brusselse brouwerij op het idee gekomen zijn om de lege champagneflessen te vullen met geuzenlambik. Het is goed mogelijk dat een brouwer ooit een niet volledig uitgegist brouwsel op flessen trok en nadien vaststelde dat een goed uitgeklaard, parelend bier ontstond met een mooie schuimkraag op. Het procedé verspreidde zich over de Zennevallei en het Pajottenland. Ook in het buitenland kende geuzenlambiek succes. Dat blijkt een klein artikel in de krant L’Indépendance Belge van 18 oktober 1844 over de sultan Abdul Medjid die het nieuwe bier zo lekker vindt dat hij 200 flessen "gueuze-lambick" koopt en naar Constantinopel laat sturen. Op de wereldtentoonstelling van 1888 verwierf het bier bekendheid bij het gewone volk.
Om het verschil met industriële varianten aan te geven gebruiken de meeste makers van traditionele geuze voor hun product de benaming Oude Geuze. Een aantal geuzeproducenten zijn verenigd in de Hoge Raad voor Ambachtelijke Lambiekbieren (HORAL).
De naam 'Oude Geuze' is wettelijk beschermd.[4] Hij mag enkel gebruikt worden als een mengsel gemaakt wordt van 100% oude lambiek van spontane gisting met een gewogen gemiddelde leeftijd van ten minste één jaar en waarvan het oudste gedurende minstens drie jaar in houten vaten heeft gerijpt. Er kunnen geen zoetmiddelen worden toegevoegd aan het eindproduct. Oude geuze en geuze zijn door Europa erkende en beschermde gegarandeerde traditionele specialiteiten.[5][6] Voordien was het door het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (de VLAM) reeds erkend als streekproduct.[7]
Oude geuze wordt, zoals wijn, het best liggend bewaard, om te beletten dat de kurk uitdroogt, waardoor brokstukjes in het bier kunnen vallen, en de kurk verschrompelt, waardoor er gas uit de fles kan ontsnappen. Sinds het gebruik van champagnekurken is het risico beperkt.
Een geuzeglas is een glas met inkepingen aan het onderste derde van het glas, vroeger bestonden er zelfs glazen met geslepen inkepingen, omdat geuze toen beschouwd werd als een luxebier, in tegenstelling tot lambiek dat door het gewone volk werd gedronken uit een eenvoudig glas. Normaal heeft een geuzeglas een stevige bodem omdat er vroeger suiker in werd gestampt met een "geuzestamper" (dialect: stoemper), een praktijk voornamelijk toegepast door dames die de zurige smaak van geuze niet waardeerden.
In vroegere tijden werd geuze vaak gemengd met een beetje suiker vlak voordat het gedronken werd. Indien een lambiek al bij botteling wordt aangezoet, heet deze een faro. Om aan de behoefte aan zoetere bieren tegemoet te komen ontwikkelden er zich sinds de jaren 50 van de 20e eeuw industriële varianten. De lambiek ondergaat geen gisting op houten vaten maar wel in inox-vaten waarin houtpellets waarna het brouwsel gefilterd wordt en er evenmin nagisting op fles plaatsvindt. Bij deze varianten wordt de ongewenste zurige smaak grotendeels ongedaan gemaakt door de toevoeging van artificiële zoetstoffen. Suiker toevoegen wordt hierbij niet gedaan, om verder gisten te voorkomen. Achteraf wordt koolzuurgas toegevoegd. Het wordt verkocht als "gefilterde geuze". Een traditionele geuze smaakt meer plat en opdringerig zuur, en is zwaarder in alcoholgehalte.