Govenia | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Govenia utriculata | |||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||||
Govenia Lindl. in Lodd. (1832) | |||||||||||||||||||
Typesoort | |||||||||||||||||||
Govenia superba (Lex.) Lindl. (1832) | |||||||||||||||||||
Govenia tingens | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Govenia op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
Govenia is een geslacht met 24 soorten uit de orchideeënfamilie, onderfamilie Epidendroideae.
Het geslacht komt voor in Midden- en Zuid-Amerika en in de Caraïben.
De geslachtsnaam Govenia is een eerbetoon aan J. R. Gowen, een Engels tuinliefhebber.
Govenia zijn grote terrestrische of epifytische orchideeën met kolfvormige pseudobulben omgeven door membraneuze bladschedes, waaruit twee tegenoverstaande, gesteelde, dunne maar sterke geaderde bladeren en een bloemstengel met een eindstandige bloemaar ontspringen.
De bloemen zijn zeer gevarieerd van kleur, zelfs binnen één soort, en dragen vrijstaande kelk- en kroonbladen, een smalle bloemlip, een gynostemium met een voet en vier harde pollinia.
Govenia wordt tegenwoordig samen met de geslachten Calypso en Corallorhiza en nog enkele ander tot de tribus Calypsoeae gerekend.
Het geslacht telt 24 soorten. De typesoort is G. superba.