Grote bruine grasuil | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||
Grote bruine grasuil (Rhyacia lucipeta) | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Rhyacia lucipeta (Denis & Schiffermüller, 1775) | |||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||
Grote bruine grasuil op ![]() | |||||||||||||
|
De grote bruine grasuil (Rhyacia lucipeta) is een nachtvlinder uit de familie van de uilen (Noctuidae). De wetenschappelijke naam van deze soort is als Noctua lucipeta voor het eerst geldig gepubliceerd door Denis en Schiffermüller in 1775.
De spanwijdte bedraagt 51 tot 57 millimeter. De grondkleur is geelbruin tot grijs.
De rups van de grote bruine grasuil is te vinden van augustus tot mei en overwintert. Als waardplanten worden groot hoefblad, klein hoefblad en wolfsmelk gebruikt. De vlinder kent één generatie die vliegt van begin juni tot halverwege oktober.
De soort komt verspreid voor in Zuid- en Centraal-Europa, het westen van Noord-Afrika, Voor-Azië en het zuiden van Rusland. De grote bruine grasuil is in Nederland en België een zeer zeldzame soort, die in beide landen niet meer recent is waargenomen. De habitat bestaat uit weinig begroeide omgevingen.