Wilhelm Hans Stille (Hannover, 8 oktober 1876 - Hannover, 26 december 1966) was een invloedrijk Duits structureel geoloog. Stille is vooral bekend om zijn onderscheid van tektonische fasen in de ontwikkeling van een continent. Het mineraal stilleiet is naar hem vernoemd.
Stille studeerde in Göttingen waar hij les kreeg van de stratigraaf en paleontoloog Adolf von Koenen. Stille studeerde af na een onderzoek naar fasen van gebergtevorming in het Teutoburger Woud. Daarna ging hij voor de Pruisische geologische dienst werken, waarbij hij met luchtfotointerpretatie werkte. Hij was hoogleraar aan de Georg-August-Universität Göttingen, later aan de Berlijnse Humboldt-Universität, zijn onderzoek richtte zich vooral op de tektoniek.
In 1924 kwam Stille tot een classificatie van verschillende perioden in de tektonische geschiedenis van continenten. Deze perioden worden volgens Stilles classificatie niet alleen door tektonische, maar ook magmatische gebeurtenissen gekarakteriseerd. De perioden die hij onderscheidde zijn:
Stille herkende in Europa vier opeenvolgingen van zijn magmatisch-tektonische perioden: de eerste was de Fennosarmatische cyclus, die vooral in Zweden en Finland te herkennen is, daarop volgt de Caledonische cyclus die in Noorwegen en de Britse Eilanden te vinden is, dan de Varistische cyclus in heel Zuid- en Midden-Europa, en tot slot de Alpiene Cyclus waarbij de Alpen en andere gebergtes in Zuid-Europa bezig zijn te vormen.
Stilles classificatie wordt ook tegenwoordig nog gebruikt om verschillende tektonische fasen bij gebergtevorming te onderscheiden. De classificatie werd na de ontwikkeling van de platentektoniek in de jaren zestig door John Tuzo Wilson met dit model samengevoegd tot het concept van de wilsoncycli. Van de kratonische perioden (stabiel continent) met weinig magmatische activiteit is de tegenwoordig nog in gebruik zijnde term kraton afgeleid. De term orogenese is afgeleid van Stilles orogene perioden.
Dorsa Stille, een stelsel mareruggen op de Maan.