Heidedaguil | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Heidedaguil (Heliothis maritima) | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Heliothis maritima (Graslin, 1855) | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
|
De heidedaguil (Heliothis maritima) is een nachtvlinder uit de familie van de uilen, de Noctuidae.
De voorvleugellengte bedraagt tussen de 13 en 17 millimeter. De grondkleur van de voorvleugels is lichtbruin tot roodbruin. De soort lijkt veel op de lichte daguil (H. viriplaca), waarmee het tot 1937 als één soort is beschouwd.
De heidedaguil gebruikt struikhei, dophei en spurrie als waardplanten. De rups is te vinden van juli tot oktober. De soort overwintert als pop.
De soort komt verspreid over Europa en een deel van Azië voor. De verspreiding in Azië is onzeker vanwege de nog recente acceptatie dat de heidedaguil en lichte daguil verschillende soorten zijn.
De heidedaguil is in Nederland en België een zeer zeldzame soort. De vlinder kent twee jaarlijkse generaties die vliegen van eind mei tot halverwege augustus.