Holbrookia | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Holbrookia elegans | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||
Holbrookia Girard, 1851 | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Holbrookia op Wikispecies | |||||||||||||||
|
Holbrookia is een geslacht van hagedissen uit de familie Phrynosomatidae.
De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door Charles Frédéric Girard in 1851. Er zijn zes verschillende soorten, de soort Holbrookia subcaudalis werd lange tijd beschouwd als een ondersoort van Holbrookia lacerata.[1]
De wetenschappelijke geslachtsnaam Holbrookia is een eerbetoon aan de Amerikaanse herpetoloog John Edwards Holbrook (1796 – 1871).
Het geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur en het verspreidingsgebied.
Naam | Auteur | Verspreidingsgebied |
---|---|---|
Holbrookia approximans | Baird, 1859 | Mexico |
Holbrookia elegans | Bocourt, 1874 | Mexico, Verenigde Staten |
Holbrookia lacerata | Cope, 1880 | Mexico, Verenigde Staten |
Holbrookia maculata | Girard, 1851 | Mexico, Verenigde Staten |
Holbrookia propinqua | Baird & Girard, 1852 | Mexico, Verenigde Staten |
Holbrookia subcaudalis | Axtell, 1956 | Mexico, Verenigde Staten |
De hagedissen kunnen een totale lichaamslengte bereiken van tien tot vijftien centimeter inclusief de lange staart. De kopromplengte bedraagt ongeveer zes tot zeven cm. De kop is stomp en wordt gebruikt om zich in de grond in te graven. Er zijn geen uitwendige gehooropeningen zichtbaar. De poten en vingers en tenen zijn relatief lang.[2]
Alle soorten komen voor in delen van Noord-Amerika en leven in de landen Mexico en de Verenigde Staten.[1] De habitat bestaat uit drogere gebieden zoals scrubland, graslanden en zowel gematigde als hete woestijnen.[3]
Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan vier soorten een beschermingsstatus toegewezen. Drie soorten worden gezien als 'veilig' (Least Concern of LC) en de soort Holbrookia lacerata wordt beschouwd als 'gevoelig' toegewezen (Near Threatened of NT).[3]
Referenties
Bronnen