Jan Grot | ||||
---|---|---|---|---|
Bisschop van de Rooms-Katholieke Kerk | ||||
![]() | ||||
Overleden | 5 augustus, 1347 | |||
Wijdingen | ||||
Bisschop | 1 oktober, 1326 | |||
Kerkelijke loopbaan | ||||
1313-1318 | Kanselier van Kujawy | |||
1318-? | Kanselier van Wladislaus de Korte | |||
1326-1347 | Bisschop van Krakau | |||
Voorganger | Nankier Kołda | |||
Opvolger | Piotr van Falków | |||
|
Jan Grot (Grotowice) (overleden op 5 augustus, 1347) was de 25e bisschop van Krakau. Hij staat bekend om zijn conflict met Casimir III van Polen, wie hij in 1334 excommuniceerde.[1]
Jan Grot was een telg van de Poolse heraldische clan Rawicz I.[2] Zijn vader was kanselier van Sandomierz en kastelein van Połaniec. Hijzelf trad in dienst als kanselier van Wladislaus de Korte in 1318.[3] Als bisschop heeft hij de Wawelkathedraal uitgebreid met een kapel in 1344[4] en een hoog altaar van het koor in 1346.[5] Het is ook bekend dat Grot het sculptuuratelier van de kathedraal ingezet heeft voor zijn kerk in Radłów.[6] De bisschop heeft Sint-Stanislaus de Martelaar tot speciale beschermheilige van Krakau uitgeroepen.[7]
Een laat-barok monument voor de bisschop is tegenwoordig in de Jan Grot-kapel uit 1344 te bezichtigen.[8]