Johann Ernst Immanuel Walch | ||||
---|---|---|---|---|
Gravure Johann Ernst Immanuel Walch, voor 1779
| ||||
Persoonlijke gegevens | ||||
Geboortedatum | 29 of 30 augustus 1725 | |||
Geboorteplaats | Jena | |||
Overlijdensdatum | 1 december 1778 | |||
Overlijdensplaats | Jena | |||
Nationaliteit | Duits | |||
Academische achtergrond | ||||
Opleiding | Friedrich-Schiller-Universität Jena | |||
Alma mater | Friedrich-Schiller-Universität Jena | |||
Wetenschappelijk werk | ||||
Vakgebied | Theologie, natuuronderzoeker, entomologie, geologie | |||
Instituten | Friedrich-Schiller-Universität Jena | |||
Bekend van | naamgever van de trilobiet | |||
Onderzoek | Fossielen | |||
Bekende werken | Einleitung in die Harmonie der Evangelien, Dissertationes in Acta Apostolorum, Die Naturgeschichte der Versteinerungen, Observationes in Matthaeum ex Graecis inscriptionibus | |||
|
Johann Ernst Immanuel Walch (1725 - 1778) was een Duitse wetenschapper, theoloog en natuuronderzoeker uit Jena.
Walch was een zoon van theologieprofessor Johann Georg Walch en diens vrouw Charlotte Katharina Buddeus, dochter van de geschiedkundige Buddeus. Na onderricht te hebben gehad van privéleraren en van zijn vader, studeerde hij Semitische talen, natuurwetenschappen en wiskunde aan de Universiteit Jena. Hij verkreeg op 18 december 1745 de academische graad van 'Magister der Philosophie'. Daarna gaf hij lezingen en colleges; in 1747 ondernam hij samen met zijn broer Christian een Grand tour.
Deze bracht hen eerst langs een aantal Duitse steden, daarna volgden Nederland, Frankrijk, Zwitserland en Italië. Ze bezochten onder andere een aantal scholen en universiteiten en keerden in 1748 weer terug naar Jena. In 1750 werd hij buitengewoon hoogleraar in de Filosofie, in 1754 gewoon hoogleraar Logica en Metafysica, in 1759 in de retoriek en dichtkunst. Ook was hij organisatorisch actief bij de Universiteit Jena. Enkele perioden was hij decaan van de filosofische faculteit en in de zomersemesters van 1760 en 1770 was hij tijdelijk rector. In 1770 verkreeg hij de titel Hofraad van Saksen-Weimar.
In 1752 bracht hij het tot directeur van het Latijns Genootschap in Jena, gaf het tijdschrift Der Naturforscher (1774-1778) uit en van 1749 tot 1756 was hij mede-uitgever van Zeitungen von gelehrten Sachen. Daarnaast was hij lid van het Koninklijk Pruisisch Genootschap voor wetenschappen in Frankfurt aan de Oder, het Koninklijk Noors Genootschap in Trondheim, het Academisch Genootschap in Rome, het Duits Genootschap voor Wetenschappen in Jena, het Genootschap van natuuronderzoekers in Berlijn en dat in Danzig.
Reeds in 1771 gebruikte hij de aanduiding Trilobiet in zijn geologische artikelen, wat pas in het begin van de 19e eeuw in de wetenschap gebruikelijker werd. (J.E.I. Walch: Die Naturgeschichte der Versteinerungen zur Erläuterung der Knorrischen Sammlung von Merkwürdigkeiten der Natur. Nürnberg 1771). Zijn geologische en fossielenverzameling is nog steeds aanwezig in de geologische verzameling van de Universiteit Jena.[1]
Walch trouwde op 27 december 1753 met Wilhelmina Fides Friederika Hallbauer (* 21 oktober 1732, Jena; † 26 juni 1805, Jena), de enige dochter van professor in de Theologie Friedrich Andreas Hallbauer. Het huwelijk bleef kinderloos.
Het fossiele coniferengeslacht Walchia is door Caspar Maria von Sternberg naar hem vernoemd.
Walch heeft een groot aantal publicaties op zijn naam staan. De meeste zijn in het Latijn, daarnaast enkele Duitstalige: