Josse Mertens de Wilmars | ||||
---|---|---|---|---|
Algemeen | ||||
Volledige naam | Joseph Marie Honoré Charles Mertens de Wilmars | |||
Geboren | Sint-Niklaas, 22 juni 1912 | |||
Overleden | Antwerpen, 1 augustus 2002 | |||
Kieskring | Antwerpen | |||
Regio | Vlaanderen | |||
Land | België | |||
Functie | Politicus Rechter | |||
Partij | CVP | |||
Functies | ||||
? - ? | Officier Belgisch Leger | |||
1948 - 1952 | Assessor Raad van State | |||
1952 - 1954 | Volksvertegenwoordiger | |||
1957 - 1958 | Volksvertegenwoordiger | |||
1958 - 1961 | Volksvertegenwoordiger | |||
1967 - 1980 | Rechter Europees Hof van Justitie | |||
1980 - 1984 | Voorzitter Europees Hof van Justitie | |||
|
Joseph (Josse) Marie Honoré Charles baron Mertens de Wilmars (Sint-Niklaas, 22 juni 1912 - Antwerpen, 1 augustus 2002) was een Belgisch politicus voor de CVP en voorzitter van het Europees Hof van Justitie.
Josse Mertens was een kleinzoon van brouwer Henri Mertens (1851-1920), senator en burgemeester van Kruibeke, en van Marie-Josèphe Erix (1851-1926). Hij was een zoon van hoogleraar Albert Mertens (1879-1947) en van Jeanne Meert (1888-1964). Samen met zijn vier broers Henri Mertens (1910-1999), André Mertens (1914-2010), Jacques Mertens (1917-1986) en Charles Mertens (1921-1994) en met hun oom hoogleraar scheikunde Eugène Mertens (1889-1970) verkreeg hij in 1950 het recht hun familienaam te mogen wijzigen in Mertens de Wilmars. In 1967 (in 1955 voor wat Eugène betreft) verkregen ze opname in de erfelijke adelstand. In 1985 werd aan Josse de persoonlijke titel van baron verleend. Hij trouwde met Elisabeth Van Ormelingen (1915-2008), dochter van senator Auguste Van Ormelingen, en ze kregen zeven kinderen, waaronder diplomaat Vincent Mertens de Wilmars.
Hij promoveerde tot doctor in de rechten (1934) en tot doctor in de politieke en diplomatieke wetenschappen (1945) aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij vestigde zich als advocaat in Antwerpen en specialiseerde zich in administratief recht.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Mertens officier in het Belgisch leger en lange tijd krijgsgevangene.
Hij werd driemaal volksvertegenwoordiger voor de CVP, telkens in opvolging van leden voor wie hij als plaatsvervanger was verkozen:
Hij doceerde administratief recht in Antwerpen en aan de Katholieke Universiteit Leuven.
In 1967 werd hij rechter bij het Europees Hof van Justitie en was voorzitter van deze instelling van 1980 tot 1984.
Hij was verder ook nog:
Voorganger: Hans Kutscher |
Voorzitter van het Europees Hof van Justitie 1980 - 1984 |
Opvolger: John Mackenzie-Stuart |