Het Klavierbüchlein für Wilhelm Friedemann of Clavier-Büchein vor Wilhelm Friedemann Bach is een verzameling klavierwerken bijeengebracht door Johann Sebastian Bach voor zijn oudste zoon Wilhelm Friedemann.
Het Clavier-Büchlein vor Wilhelm Friedemann Bach werd aan Bachs zoon gegeven op 22 januari 1720, twee maanden na zijn 9e verjaardag. Het manuscript is in bezit van de bibliotheek van Yale University[1]. Mogelijk dat Wilhelm Friedemann zelf bijdragen heeft geleverd (de kleine preludes BWV 924-932). Het manuscript is in bezit van de bibliotheen van Yale University[2].
Het boek begint met een kort overzicht van drie bladzijden over het tonale systeem (sleutels, toonhoogtes, stemsoorten), versieringen en vingerzettingen.
De verzameling bevat vervolgens kleine preludes, koraaluitwerkingen, dansen, een groep preludes met een hogere moeilijkheidsgraad in verschillende toonaarden (inclusief minder gebruikte en moeilijke zoals cis en es), een eenvoudige fuga, vijftien preludes met tweestemmig contrapunt (in verschillende toonaarden, in stijgende en dalende volgorde), gevolgd door vijftien driestemmige fantasieën (op dezelfde wijze geordend als de tweedelige preludes), en suites van Telemann, Johann Christoph Richter en Gottfried Stölzel.
De moeilijker preludes, de tweestemmige preludes en de driestemmige fantasieën zouden hun weg vinden in respectievelijk het Wohltemperiertes Klavier, de Inventies en de Sinfonieën
Klavierbüchlien für Wilhelm Friedemann (compleet), Christophe Rousset (clavevimbel Ruckers 1632/1745, Musée d'Art et d'histoire te Neuchâtel, Zwitserland)(Ambroisie, 2CDs AMB9977)