Knolletjesleemhoed | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Agrocybe arvalis (Fr.) Singer (1936 [1]) | |||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||
|
De knolletjesleemhoed (Agrocybe arvalis) is een schimmel behorend tot de familie Strophariaceae. Hij leeft saprotroof op strooisel of houtsnippers in stadsparken, plantsoenen, loofbossen en lanen op voedselrijke bodem.[2]
De hoed heeft een diameter tot 3 cm. De vorm is bij jonge vruchtlichamen halfrond-kegelvormig, later spreidend, en uiteindelijk plat. Het is hygrofaan; in droge toestand beige, in vochtige toestand donker okerbruin. Het oppervlak is glad.
De lamellen zijn aanvankelijk lichtbeige, later roodbruin van kleur door de sporen.
De steel heeft een lengte van 4–7 cm en een dikte 2–4 mm. De vorm is cilindrisch alleen aan de basis iets dikker. Het oppervlak is fijn vezelig, aan de basis bedekt met een dichte, witte myceliumlaag. Er is geen ring. Het mycelium is verbonden met rhizomorfen.
In de hoed delicaat en bros, in de steel elastisch.
De sporenprint is bruin.
De sporen zijn elliptisch, glad, lichtbruin met een kiemporie en meten 9–10,5 × 5,2–6 µm.
De knolletjesleemhoed is bekend in Noord-Amerika, Europa en Japan.[3] In Nederland komt de hij zeldzaam voor.[2]