Longipterygidae Status: Uitgestorven Fossiel voorkomen: Vroeg-Krijt | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||
| |||||||||
Familie | |||||||||
Longipterygidae Zhang et al., 2001 | |||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||
Longipterygidae op Wikispecies | |||||||||
|
De Longipterygidae zijn een groep van uitgestorven kleine tot middelgrote vogels uit het Vroeg-Krijt van het huidige China, die behoren tot de Enantiornithes. Alle bekende exemplaren komen uit de Jiufotangformatie en Yixianformatie, die dateren uit het Vroeg-Aptien, 125-120 miljoen jaar geleden.
In 2001 benoemden Zhang Fucheng; Zhou Zhonghe; Hou Lianhai en Gu Gang een Longipterygidae om Longipteryx een plaats te geven.
In 2009 definieerden Jingmai Kathleen O'Connor, Wang Xuri, Luis María Chiappe, Gao Chunling, Meng Qingjin, Cheng Xiaodong en Liu Jinyuan een exacte klade Longipterygidae, als de groep bestaande uit de laatste gemeenschappelijke voorouder van Longipteryx chaoyangensis en Longirostravis hani; en al diens afstammelingen. Mogelijke longipterygiden naast Longiptyeryx en Longirostravis zijn Shanweiniao, Boluochia, Shengjingornis en Rapaxavis.
De Longirostravisidae zijn een jonger synoniem.
De Longipterygidae zijn kleine tot middelgrote vogels uit het Opper-Krijt van China die gevonden zijn in de Yixianformatie of de Jiufotangformatie, Aptien-Albien. Ze hebben een lange snuit met voorin kleine tandjes. Meestal wordt aangenomen dat ze daarmee in de modder naar kleine ongewervelden zochten. Ze hebben echter ook grote voeten met een goed grijpend vermogen. Als alternatieve levenswijze is daarom geopperd dat ze in bomen leefden en insecten achter de bast pakten. Een dieet van ongewervelden wordt bevestigd door een studie uit 2022 die echter betwijfdelde of de snuitvorm er veel mee te maken had.
Longipterygiden worden gekenmerkt door een extreem lange, getande snuit (die meer dan 60 procent van de totale schedellengte uitmaakt), waarbij de tanden beperkt zijn tot de punten van de kaken. De snuiten waren recht maar lichtjes hol op een punt achter de neusgaten en de botten van de snuitpunt waren massief. Hun pygostylen, de reeks vergroeide wervels in de staart, waren ongewoon groot en langer dan de voetbeentjes. De voeten van longipterygiden waren ook gespecialiseerd ten opzichte van andere Enantiornithes. Waar de meeste Enantiornithes een lange middelste teen hadden met een 'knokkel' (trochlea) die verder reikte dan de buitenste twee, waren de tenen van longipterygiden even lang en zaten ze op hetzelfde punt vast aan de rest van de voet. Deze structuur komt ook voor bij sommige groepen moderne vogels en wordt meestal beschouwd als een aanpassing om beter te kunnen neerstrijken.
Een onderzoek naar het voedingspatroon van vogels uit het Mesozoïcum toont aan dat Longipteryx een viseter was. Uit een studie uit 2022 blijkt echter dat ze hoogstwaarschijnlijk generalistische insecteneters waren (behalve mogelijk Shengjingornis vanwege zijn grotere omvang, slecht bewaarde schedel en ongebruikelijke voetanatomie), omdat ze te klein waren voor gespecialiseerde carnivorie en herbivorie; er wordt voorlopig gespeculeerd dat het atypische rostrum geen verband houdt met de voedingsecologie.
De Longypterygidae zijn vermoedelijk basale Euenantiornithes.
Het volgende kladogram toont een mogelijke positie van de Longipterygidae in de evolutionaire stamboom:
Enantiornithes |
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuur