De Lopikerwaard is een verzameling polders, grotendeels gelegen in de Nederlandse provincie Utrecht.
De Lopikerwaard was oorspronkelijk een moerasgebied. Vanaf de elfde eeuw werd een start gemaakt met de ontginning van het gebied. Hiervoor werden weteringen en sloten gegraven. De ontginning geschiedde middels een zogenaamde cope-verkaveling.
Het poldergebied ligt ingeklemd tussen de Hollandse IJssel in het noorden en noordoosten, de Lek in het zuiden en de Vlist in het westen. De Vlist scheidt de Lopikerwaard van de Krimpenerwaard. De Benschopperwetering/Polsbroeker Voorwetering en de Kromme IJssel/Enge IJssel/Lopikerwetering lopen grofweg van oost naar west door het gebied. Het gebied komt voor een groot deel overeen met de gemeente Lopik.
De Lopikerwaard bestaat uit grote open weidegebieden, geriefbosjes en houtwallen.
Aan de rand van het gebied liggen: Oudewater, Montfoort en IJsselstein.
De Lopikerwaard ligt grotendeels op een dikke laag veengrond (Hollandveen) die naar het oosten dunner wordt. Aan de randen, langs de Hollandse IJssel en de Lek liggen pakketten jonge klei.
De Lopikerwaard wordt drooggehouden door vier gemalen:
Deze gemalen zijn computergestuurd en staan middels een telemetriesysteem in verbinding met het waterschapskantoor in Houten.