MERISE staat voor Méthode d'Étude et de Réalisation Informatique pour les Systèmes d'Entreprise in het Frans, oftewel een Methode voor de Bestudering en de Uitvoering van Bedrijfsinformatiesystemen.
MERISE is ontwikkeld in Frankrijk in het begin van de jaren 80. Tegenwoordig is het in Frankrijk de meest toegepaste methodologie binnen de ontwikkeling van informatiesystemen. Verder wordt het gebruikt in Spanje en Zwitserland.
Het doel van Merise is het ontwikkelen van een ontwerpmethodologie voor informatiesystemen, om dataverwerkingsapplicaties die gebruikmaken van databases in een real-time omgeving te produceren. Merise was bedoeld voor private ondernemingen en civiele diensten.
De ontwerpfase bestaat uit 4 subfasen. Als deze fase is afgerond zijn de functionele en technische specificatie duidelijk. Deze fasering wordt gedaan aan de hand van drie niveaus:
De doelstelling van de langetermijnplanning is het in beeld brengen van de huidige bedrijfsdoelstelling en informatiebehoeften. Aan de hand van deze informatie kunnen knelpunten worden gevonden. Aan de hand van deze informatie wordt het bedrijf in verschillende deelgebieden die allemaal als verschillend systeem worden gezien. Tijdens de langetermijnplanning worden o.a. strategieën voor de volgende punten gemaakt:
Het doel van de voorstudie is bewijzen dat het informatiesysteem kan voorzien in de informatiebehoeften van de verschillende bedrijfsdomeinen. Hierbij moet ook duidelijk gemaakt worden dat dit systeem in de volledige organisatie past. De doelstelling van deze fase komt overeen met de fase "definitie studie" van de SDM-methode.
In deze fase wordt voor elk project (bedrijfsdomein), dat in de voorstudie behandeld is, een gedetailleerd ontwerp gemaakt. Met de voorwaarde dat dit project tijdens de voorstudie is goedgekeurd. Deze fase komt erg overeen met het "Basisontwerp" van de SDM-methode.
Deze fase komt overeen met de fase "detailontwerp" in SDM. In de fase technisch ontwerp wordt gekeken naar de technische aspecten binnen het bedrijf zoals o.a. hardware, DBMS, OS, etc. Aan de hand van deze gegevens worden verschillende modellen gecreëerd.
Deze fase bestaat uit 2 subfases. Als de fase is afgerond is het programma volgens specificaties afgerond en opgeleverd.
De realisatiefase bestaat uit een technische studie en het programmeren.
Een technische studie bestaat uit de volgende producten:
De logische en fysieke beschrijving van de data, waaronder begrepen:
Structuurdiagrammen voor:
Het programmeren beslaat het coderen en testen van de programma's zoals deze in de specificaties zijn aangegeven.
De fase invoering bestaat uit 3 fasen:
Deze fase zorgt ervoor dat de systemen planmatig worden geüpdatet aan nieuwe technologie of nieuwe gebruikerswensen.