Een microbiologische veiligheidswerkkast is bedoeld om het risico voor de gebruiker te beperken bij handelingen met gevaarlijke of potentieel gevaarlijke micro-organismen. Dit type kast beschermt de gebruiker niet tegen alle mogelijk gevaren. Sommige typen veiligheidswerkkast beschermen ook het in de kast gebruikte materiaal tegen omgevingsinvloeden. E.e.a. is genormeerd in de NEN-EN 12469.
Er dient rekening gehouden te worden met de volgende risico's:
Deze norm kent drie classificaties voor de veiligheidswerkkasten
Een veiligheidswerkkast met een opening aan de voorzijde. De constructie is zodanig dat de gebruiker is beschermd door middel van een inwaartsgerichte luchtbeweging en filtering van de afgezogen lucht.
Een veiligheidswerkkast met een opening aan de voorzijde. De constructie is zodanig dat de gebruiker is beschermd en het risico op "product and cross contamination" laag is, door middel van een voor de toepassing geschikte interne gefilterde luchtbeweging en filtering van de afgezogen lucht. Een typische manier om dit te bereiken is door middel van een unidirectionele omlaag gerichte laminaire luchtstroming in de kast en een luchtgordijn in de opening aan de voorzijde.
De meeste voorkomende uitvoering heeft twee filters, een downflow filter en een uitblaas (exhaust) filter, maar de meeste fabrikanten hebben voor specifieke toepassingen ook een driefilter variant. In de Europese standaard wordt deze variant niet benoemd, maar veelal wordt voor deze uitvoering verwezen naar de Duitse DIN 12980 ("Safety Cabinets for handling cytostatic subtances").
Naast de in Europa veel voorkomende 2-filter en 3-filter varianten met recirculatie kent men vanuit de Amerikaanse standaard NSF 49 ook nog een andere onderverdeling voor dit type die vaak aanvullend gebruikt wordt. Alhoewel dus geen onderdeel van de Europese richtlijnen zijn deze toch wel relevant om de kennen:
De EN 12469 maakt geen onderscheid tussen deze twee, maar vaak wordt door leveranciers verwezen naar de Amerikaanse standaard (NSF/ANSI 49)[1]
Type A1/A2; Minimaal 0,38m/s of 0.51 m/sintrede, HEPA downflow filter (recirculerend) en HEPA exhaust
Type B1; Minimaal 0.51 m/s intrede, HEPA downflow filter (recirculerend) en uitblaas naar buiten het gebouw via een HEPA filter en afzuigkanaal
Type B2; Minimaal 0.51 m/s intrede, HEPA downflow filter (niet-recirculerend) en uitblaas naar buiten het gebouw via een HEPA filter en afzuigkanaal
Een veiligheidswerkkast waarbij de werkomgeving volledig is afgesloten en de laborant van de werkplek is gescheiden door een fysieke barrière (bijvoorbeeld Glove Box). De afgevoerde lucht wordt gefilterd. Meer informatie specifiek voor isolatoren is onder andere te vinden in de EN 12741
Overeenkomstig de NEN-EN 12469 dient een microbiologische werkbank voorzien te zijn van een type test voor ieder type werkbank. Selectie van de gewenste werkbank vindt onder andere plaats op basis van onder andere veiligheid en prestaties zoals vastgelegd in het type testrapport. In de EN 12469 zijn voorschriften opgenomen met betrekking tot controles bij ingebruikname (installation testing) en periodieke keuring (routine maintenance testing).
Vaststellen dat de geleverde microbiologische werkbank overeenkomt met de gewenste en gecertificeerde zuurkast, dat de ingestelde luchtbehandeling overeenstemt met de specificaties en dat de omgevingsfactoren geen nadelige invloed hebben op het functioneren van de microbiologische werkbank met behulp van de testen en/of controles zoals vastgelegd in standaard waaronder tenminste: