Myoporum laetum | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
soort | |||||||||||||||||||
Myoporum laetum G.Forst (1786) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Myoporum laetum op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
Myoporum laetum, ook wel ngaio of ngaio boom genoemd[1], is een groenblijvende struik[1] uit de helmkruidfamilie (Scrophulariaceae). De soortaanduiding laetum is het Latijnse woord voor "blij" of "gelukkig"[2][3].
De plant bloeit in het voorjaar. De witte bloemen zijn tweeslachtig. [1]. Ze hebben vier meeldraden[2]. De struik wordt 6[1] tot 10[2] meter hoog en 2-4 meter breed[2]. De stam wordt tot 30 cm dik. De iets vlezige bladeren zijn geelgroen tot groen, met witte tot geelgroene kliervlekjes. De gesteelde vruchten zijn roze[2].
De soort komt voor in Nieuw-Zeeland en op de Chathameilanden, waar deze groeit in kust- en laaglandbossen.[4]. Vaak groeit de plant langs de kust op de hoogwaterlijn[1].
Alle onderdelen van de plant bevatten stoffen die giftig zijn voor de lever[1]. Het sap van de bladeren wordt gebruikt als afweermiddel tegen insecten waaronder muggen[1][5].