Nationaal park Brook Islands | ||||
---|---|---|---|---|
IUCN-categorie II (Nationaal park) | ||||
Nabije plaats | Cardwell | |||
Coördinaten | 18° 8′ ZB, 146° 17′ OL | |||
Oppervlakte | 0,9 km² | |||
Opgericht | 1994 | |||
Beheer | Queensland Parks and Wildlife Service | |||
Website | Brook Islands National Park | |||
|
Het nationaal park Brook Islands (Engels: Brook Islands National Park) is een nationaal park in de regio Cassowary Coast Region van de Australische deelstaat Queensland. Het park bevindt zich aan de oostkust van de deelstaat en is 90 hectare groot. Het park bestaat uit drie eilanden die op ongeveer 7 kilometer ten noordoosten van Cape Richards op Hinchinbrook-eiland liggen. De eilanden liggen op 30 kilometer ten oosten van de dichtsbijzijnde plaats op het vasteland, Cardwell. Het vierde, zuidelijkste, eiland van de eilandengroep is geen onderdeel van het nationale park, maar is wel beschermd door de Great Barrier Reef Marine Park Authority. Toegang tot de eilanden van het nationale park is verboden om de broedvogels te beschermen, voornamelijk de Australische muskaatduif. Het park wordt beheerd door de Queensland Parks and Wildlife Service.
Tijdens de zomer broeden er tot 60.000 muskaatduiven op de eilanden, wat een spektakel voor de toeschouwers oplevert als ze elke avond terugkeren naar hun nesten nadat ze op het vasteland en Hinchinbrook-eiland naar regenwoudvruchten hebben gezocht. Na regelmatige illegale jacht op de vogels gedurende het begin en midden van de twintigste eeuw, werd de populatie op de eilanden onderwerp van een lang beschermings- en monitoringsprogramma door natuurbeschermingsactivisten Margaret en Arthur Thorsborne.
Op de eilanden zijn er ook broedkolonies van brilstern, zwartnekstern, dwergstern, Bengaalse stern en Dougalls stern. Op de stranden van North Brook Island broeden rifgrielen.
De eilanden zijn door BirdLife International aangeduid als een Important Bird Area vanwege het mondiale belang van deze eilanden voor de Australische muskaatduif en de Bengaalse stern.[1]
De planten van de Brook Islands zijn slechts gedeeltelijk bekend. De overheersende vegetatie van North Brook Island is een weelderig, goed ontwikkeld regenwoud met veel klimplanten, waar waarschijnlijk enkele zeldzame en interessante soorten voorkomen. Mensen, wilde dieren, onkruid en branden hebben op de eilanden minder gevolgen gehad dan op het vasteland. Dit heeft ervoor gezorgd dat de eilanden belangrijke representatieve voorbeelden van eilandecosystemen zijn gebleven.
De bossen van North Brook Island bevatten een aantal zeer dichtbegroeide stukken van de zeldzame palm Arenga australasica, die in tegenstelling tot op het vasteland hier overvloedig aanwezig is. Op rotsen lang de kust zijn orchideeën, Dendrobium discolor te vinden. Er is niet veel bekend over de bossen met klimplanten, maar ze lijken al lange tijd niet meer aan brand te zijn blootgesteld en zullen bij volledig onderzoek waarschijnlijk botanisch zeer interessant zijn. Veel planten lijken een relatie te hebben met de muskaatduiven, die regelmatig zaden over grote afstanden verspreiden en zo de soortendiversiteit van de eilanden verrijken. Veel voorkomende soorten bomen zijn de Semecarpus australiensis, Palaquium galactoxylon, Myristica insipida en Alstonia scholaris. De vegetatie op de schoorwal van North Brook Island is bijzonder goed ontwikkeld vergeleken met vergelijkbare locaties in de regio.
Het grootste eiland, North Brook Island, was in 1944 de locatie voor een reeks Britse en Amerikaanse testen voor de militaire toepassingen van mosterdgas. Er zijn geen sporen meer te vinden van deze tests.