De Orde van Vytautas de Grote (Litouws: Vytauto Didžiojo ordinas) is de hoogste onderscheiding van de Republiek Litouwen. De orde draagt de naam van grootvorst Vytautas de Grote en werd op 1 september 1930 ingesteld ingesteld ter ere van diens vijfhonderdste sterfjaar. De orde kreeg de in het internationale protocol gebruikelijke vijf graden. Daarnaast is er een medaille.
De president is grootmeester. Hij draagt tijdens zijn ambtsperiode keten en ster.
Litouwen werd in 1940 door de Sovjet-Unie geannexeerd en de daarna opgerichte SSR Litouwen kende geen eigen orden. De orde werd op 21 november 1995 voor het eerst na het herstel van de Litouwse onafhankelijkheid weer toegekend, aan koning Carl XVI Gustav en koningin Silvia van Zweden. Daarna volgden de presidenten van Finland, Polen en tal van Latijns-Amerikaanse republieken. Ook Fra' Andrew Bertie, de Prins-Grootmeester van de Orde van Malta ontving het grootkruis.
In 1998 verleende de nieuwgekozen president het grootkruis aan zijn voorgangers Algirdas Brazauskas en Vytautas Landsbergis. In 2003 werden de lagere vier graden van de orde opnieuw toegekend en in dat jaar kregen de heren Brazauskas en Vytautas Landsbergis een keten bij hun grootkruis.
In 2003 was het verlenen van het grootkruis met keten aan de pasgekozen maar nog niet geïnstalleerde president Paksas een van de laatste ambtshandelingen van president Adamkus. Op zijn beurt verleende president Paksas op de dag van zijn beëdiging de keten en de ster aan oud-president Adamkus. Sinds 1998 wordt de orde weer geregeld toegekend.