Paul Louis Marie Célestin de Favereau (Luik, 15 januari 1856 - Bende, 26 september 1922) was een Belgisch politicus voor de Katholieke Partij.
Paul-Louis de Favereau was een zoon van Paul-Michel de Favereau (1826-1901), voorzitter van de provincieraad in Luxemburg, en van Claudine de Waha de Baillonville (1832-1912). Paul-Michel de Favereau verkreeg opname in de Belgische adel met de bij eerstgeboorte overdraagbare titel van baron.
Paul-Louis trouwde met Renée Fresart (1864-1947) en ze hadden een zoon en een dochter. Hij was de schoonvader van Charles d'Aspremont Lynden en de grootvader van Harold d'Aspremont Lynden.
Hij promoveerde tot doctor in de rechten aan de Universiteit Luik. Voor de katholieken was hij van 1882 tot 1891 gemeenteraadslid van Bende-Jenneret. Tevens was hij van 1882 tot 1884 provincieraadslid van Luxemburg.
Van 1884 tot 1900 zetelde hij voor het arrondissement Marche-en-Famenne in de Kamer van volksvertegenwoordigers, waarna hij van 1900 tot aan zijn dood in 1922 als provinciaal senator voor Luxemburg in de Senaat zetelde. In de Senaat was hij van 1908 tot 1910 ondervoorzitter en van 1911 tot in 1922 voorzitter.
Bovendien was hij van 1896 tot 1907 minister van Buitenlandse Zaken. In 1907 werd hij benoemd tot minister van Staat.
Hij was lid van de kerkfabriek van de parochiekerk in Bende-Jenneret (1879-1919) en van de Sint-Goedelekerk in Brussel (1922).
Voorganger: Jules de Burlet |
Minister van Buitenlandse Zaken 1896 - 1907 |
Opvolger: Julien Davignon |
Voorganger: Alfred Simonis |
Voorzitter van de Senaat 1911 - 1922 |
Opvolger: Arnold t'Kint de Roodenbeke |