Phasaël I

Phasaël († 40 v.Chr.) was de oudste zoon van Antipater en Cypros en een broer van Herodes de Grote.

Carrière

Evenals zijn broer Herodes had Phasaël zijn politieke carrière te danken aan zijn vader, die halverwege de eerste eeuw v.Chr. steeds meer invloed in Judea kreeg, ten koste van de Hasmonese hogepriester Hyrcanus II. Kort nadat Antipater procurator over Judea geworden was (48 v.Chr.) benoemde hij Phasaël tot gouverneur van Jeruzalem. Hij stond in Jeruzalem bekend als een kundig en tactvol bestuurder, waardoor hij onder het gewone volk veel populariteit genoot. De aristocratie van Jeruzalem wantrouwde hem echter, vanwege zijn niet-Joodse afkomst.

Toen Antipater in 43 v.Chr. overleed, brak er in Jeruzalem onrust uit. Gewapende troepen probeerden een einde te maken aan Phasaëls bestuur over Jeruzalem. Herodes was op dat moment ziek en kon Phasaël daardoor niet te hulp komen. Phasaël wist echter op eigen kracht zijn vijanden te verslaan en stelde daarmee zijn positie veilig.

Dood

In 40 v.Chr. braken er opnieuw onlusten uit. Antigonus, een nazaat uit het voormalige koningsgeslacht van de Hasmoneeën, was met hulp van Parthische troepen de stad binnengekomen en pleegde een staatsgreep. Hij wendde voor met Phasaël en Hyrcanus II te willen onderhandelen, maar toen deze op zijn uitnodiging reageerden, liet Antigonus hen in de boeien slaan en gevangenzetten. Phasaël besloot de loop der gebeurtenissen niet af te wachten, maar pleegde in gevangenschap zelfmoord.

Herodes was zeer ontdaan door de dood van zijn broer. Toen hij later koning van Judea was, liet Herodes een verdedigingstoren bouwen in Jeruzalem die hij de naam Phasaël gaf, als postuum eerbetoon aan zijn broer. Ook bouwde hij dicht bij Jericho, waar hij zijn paleis had, een stad met de naam Phasaëlis.

Huwelijk en nakomelingen

Phasaël had een zoon, die eveneens de naam Phasaël droeg. Herodes arrangeerde voor hem een huwelijk met zijn dochter Salampsio (eveneens de dochter van Mariamne). Phasaël en Salampsio kregen samen drie zonen: Antipater, Alexander, Herodes (een veel voorkomende naam in deze familie, maar deze Herodes zou verder geen rol van betekenis spelen) en twee dochters: Alexandra en Cypros. Cypros werd later de vrouw van koning Herodes Agrippa I. Via haar speelden Phasaëls nakomelingen later een belangrijke rol in de Herodiaanse dynastie.