Hij zou in de leer geweest zijn bij bouwmeester Charles Percier.
Hij nam deel aan de veldslagen van Napoleon Bonaparte in Duitsland, Spanje en Portugal.
Omstreeks 1816 vestigde hij zich in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden waar hij zich verder bekwaamde in de bouwkunde te Gent (1817), Brussel (1818) en Antwerpen (1819). In de periode 1816-1819 was hij werkzaam te Tervuren. Hij was leraar aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen (1819-1824) en stadsbouwmeester en bestuurder van de havenwerken te Antwerpen (1819-1861).
Aanplanting van een dubbele rij bomen aan de voet van de Spaanse omwalling aan de stadszijde. Ze werden geplant tussen de Kipdorppoort, Sint-Jorispoort en Beggaardenpoort en op het voorplein tegenover de Citadel langsheen de huizen, nu Kasteelpleinstraat. (1821)
Ombouw van de oostvleugel en grondige renovatie van het interieur van het Stadhuis. Overkoepeling van de binnenkoer. (1824 vlg.)