Hij startte zijn carrière in de Manx Grand Prix van 1953 en 1954, maar alleen in dat laatste jaar finishte hij. In de "Junior Race" (350 cc) werd hij 14e.
Van 1955 tot aan zijn dood in 1961 startte hij elk jaar in de Isle of Man TT.
In 1959 startte hij ook in de 500cc-klasse van de GP van Frankrijk. In 1960 haalde hij voor het eerst WK-punten toen hij in de Junior TT vijfde en in de 500cc-Ulster Grand Prix na een fotofinish vierde werd. Daardoor werd hij zowel in de 350cc-klasse als de 500cc-klasse van het wereldkampioenschap wegrace als twaalfde geklasseerd. Hij startte intussen in veel nationale races in Noord-Ierland en tijdens de Cookstown 100 van 1960 verklaarde hij dat hij met racen wilde stoppen nadat zijn vriend Dave Chadwick tijdens races in Mettet verongelukt was.
In 1961 werd hij echter ingehuurd als fabrieksrijder bij Bultaco. Zijn seizoen begon in de 500cc-race van de Duitse Grand Prix op de Hockenheimring, waarin hij met zijn Norton uitviel. In de 350cc-race werd hij vierde.