Rechterventrikelhypertrofie

Esculaap
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Rechterventrikelhypertrofie
Rechterventrikelhypertofie
Rechterventrikelhypertofie
Coderingen
ICD-10
ICD-9
I51.7
429.3
DiseasesDB 11623
MeSH D017380
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

Rechterventrikelhypertrofie (afgekort: RVH) is een toename in spiermassa van het rechter ventrikel van het hart. RVH is doorgaans te wijten aan drukbelasting van het rechter ventrikel.

RVH kan ontdekt worden op een ECG. Er kan sprake zijn van een elektrische hartas naar rechts (rechter asdeviatie), een compleet of incompleet rechter bundeltakblok (RBTB) en/of een asdeviatie tegen de klok in. Overigens zijn bij RVH deze ECG-kenmerken lang niet altijd duidelijk aanwezig. Andersom kunnen deze ECG-kenmerken ook aanwezig zijn zonder onderliggende RVH. Het betrouwbaarste onderzoek is de echocardiografie, waarmee de dikte van de rechter ventrikelwand direct gemeten kan worden. Aangezien RVH vrijwel altijd het gevolg is van een onderliggende aandoening, moet altijd gezocht worden naar die onderliggende oorzaak. Daarvoor zal vaak een hartkatheterisatie met meting van de longvaatdrukken worden verricht.

RVH zelf geeft geen symptomen, de onderliggende aandoeningen wel. Klachten zijn te wijten aan de pulmonale hypertensie, zoals kortademigheid bij inspanning, kortademigheid bij platliggen (orthopneu), en nachtelijke kortademigheidsklachten. Daarnaast zijn er de klachten te wijten aan rechterventrikelfalen, zoals: perifeer oedeem in vooral de benen, ascites, een vergrote lever of milt, en moeheid, slechte eetlust, koude extremiteiten, orthostatische hypotensie.

De behandeling is altijd gericht op de onderliggende oorzaak. Bij pulmonale hypertensie zal de behandeling gericht worden op verlaging van de longdrukken, met ACE-remmers of diuretica en indien mogelijk (zelden) het wegnemen van de oorzaak. Bij de zeldzaam voorkomende pulmonalisstenose kan een operatieve klepvervanging of -reparatie worden verricht.