Reuzenhoutwesp | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Urocerus gigas Linnaeus, 1758 | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Reuzenhoutwesp op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
De reuzenhoutwesp (Urocerus gigas) is een wesp uit de familie houtwespen of Siricidae.
De wesp kan 4 tot 6 centimeter lang worden,[1] en heeft een kenmerkende kleur; het lijf is zwart, maar het onderste deel van de poten en het achterlijf zijn lichtgeel. Bij mannetjes is het achterlijf meer rood gekleurd. Ook de voelsprieten zijn geel, en de ogen lijken eveneens geel van kleur, maar de ogen zelf zijn klein en zwart, de gele vlekken dienen om de wesp nog meer op te laten vallen.
De grotere vrouwtjes lijken een grote angel te hebben, dit is echter een legboor, de wesp kan er niet mee steken. De boor is bruin van kleur; de meer opvallende gele punt is de achterlijfspunt. De vleugels zijn groot en donker van kleur en worden in rust achter de rug gevouwen.
De eitjes worden afgezet in omgevallen sparrenbomen in naaldbossen, de legboor kan meer dan een centimeter diep in het hout worden gestoken. De larve is meerjarig en komt na twee of maximaal drie jaar uit het hout. De larve graaft lange gangen in het hout en is wormachtig, wit van kleur en duidelijk gesegmenteerd. De volwassen wesp is van juni tot augustus te zien, het is een druk bewegende wesp die luid zoemend en onregelmatig vliegt.
De reuzenhoutwesp komt voor in noordelijk Europa, Azië en Noord-Amerika, en wordt verspreid door de export van hout waar de larven in leven. In Nederland en België is de soort plaatselijk algemeen, echter alleen in naaldbossen.