Het rijtijdenbesluit is de gebruikelijke benaming voor de wetgeving, die de werkuren van onder meer buschauffeurs en vrachtwagenchauffeurs regelt.
Aan de grondslag van deze regelingen ligt een Europese verordening op het wegvervoer, namelijk nr. 3820/85 - 3821/85 - 88/559 en nr. 2135/98. Met ingang van 11 april 2007 wordt de verordening 3820/85 opgeheven en geldt de verordening nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006. Deze verordening is in het leven geroepen om de verkeersveiligheid in Europa te bevorderen. Vermoeidheid van de chauffeur speelt een belangrijke rol in het ontstaan van veel ernstige verkeersongelukken.
De Verordening (EG) nr. 561/2006 bepaalt:
Verordening (EU) nr. 165/2014 van 4 februari 2014 regelt de controle met de tachograaf.
De regeling heet in Nederland formeel het Arbeidstijdenbesluit Vervoer en is gebaseerd op de Arbeidstijdenwet van 23 november 1995, die regels geeft voor de arbeids- en rusttijden van werknemers. Hoofdstuk 2 van het Arbeidstijdenbesluit is specifiek geschreven voor het wegvervoer en geldt zowel voor het binnenlandse als voor het internationale vervoer.
Het Arbeidstijdenbesluit Vervoer kent twee varianten m.b.t. tot de dagelijkse rust:
Voor beide varianten geldt dat de dagelijkse rust moet worden genoten binnen 24 uur na de vorige dagelijkse of wekelijkse rust. In andere woorden, binnen 24 uur na aanvang.
Voor een dubbelbemand voertuig is bepaald dat beide chauffeurs de dagelijkse rust binnen 30 uur na aanvang moeten genieten. Die dagelijkse rust moet dan minimaal 9 aaneengesloten uren bedragen (stilstaand voertuig).
De wekelijkse rust moet uiterlijk na 6 maal 24 uur na de vorige wekelijkse rust worden genoten. Ook hier kennen we twee varianten:
In twee opeenvolgende weken moeten of twee normale wekelijkse rusten of een normale en een verkorte wekelijkse rust vallen. Er mogen niet twee verkorte rusten achter elkaar worden genoten.
Dan is er nog de tijd die de chauffeur daadwerkelijk achter het stuur zit:
In België wordt dit de wetgeving op de rij- en rusttijden genoemd. De Europese verordening is rechtstreeks van toepassing. Een Koninklijk Besluit van 17 oktober 2016 regelt enkel een aantal modaliteiten, zoals de controle-instanties en de sancties voor inbreuken. Naleving wordt onder andere gecontroleerd door de ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer (FOD MV), de Politie en ambtenaren van de sociale inspectie.